De Belgische melkveehouderij en zuivelsector hebben een bijzonder 2022 achter de rug. De melkleveranties namen vorig jaar toe, vooral in Vlaanderen, maar de verwerking van melk in het land daalde.
De totale Belgische aanvoer steeg vorig jaar met 3,3% naar 4.320 miljoen liter. In 2021 was dat nog 4.182 miljoen liter. De groei van de aanvoer kwam voor het grootste deel voor rekening van Vlaanderen. In Wallonië bleef de aanvoer stabiel. In de eerste helft van dit jaar groeide de Vlaamse aanvoer nog steeds met 4%, maar kwamen ook de Waalse boeren meer in beweging.
Ondanks de gestegen aanvoer, daalde de melkverwerking in België, omdat de invoer daalde. Vorig jaar ging het nog om 380 miljoen liter. In 2018 was dat nog meer dan 1 miljard liter.
De gemiddelde melkleverantie per bedrijf steeg ook. In Vlaanderen van 779.000 liter naar 845.000 liter per bedrijf, in Wallonië ging de leverantie van 495.000 liter naar 515.000 liter per bedrijf.
Door de hoge melkprijzen ging het de bedrijven economisch gezien ook goed. De melkprijzen maakten de kosten meer dan goed, aldus scheidend voorzitter van de Belgische zuivelorganisatie BCZ, Renaat Debergh.
Toch is er ook voor Belgische melkveehouders veel onzekerheid. Het grootste probleem is het convenant enterische emissies. Op grond daarvan moeten bedrijven specifiek de methaanuitstoot sterk terugbrengen. Daar maakt de landbouw bezwaar tegen, reden waarom ze de overheid vraagt om de melkveehouderij te laten voldoen aan een plafond voor alle broeikasgassen, zoals ook elders in Europa wordt nagestreefd.
De zuivelindustrie protesteert daarnaast tegen de geplande verhoging van de btw op zuivel van 6% naar 9%. Dit gebeurt in het kader van een brede belastingsherziening, maar het voelt volgens de BCZ als onredelijk om de belasting op voeding zo te verhogen.