Het Nieuw-Zeelandse Fonterra verlaagt de melkprijsverwachting voor het nieuwe seizoen 2023/2024 ten opzichte van de huidige prijs. Vooral door een zwakke vraag vanuit China. Tegelijkertijd wordt het geconfronteerd met een sterkere binnenlandse concurrentie.
Fonterra-leden ontvangen momenteel een melkprijs van NZ $8,20 per kilo milksolids (gecombineerd vet en eiwit). Dat is al fors lager dan waar het lopende seizoen mee begon. Toen was de verwachting van een prijs tot NZ $9,00 per kilo MS. Voor het nieuwe aanvoerseizoen wordt nu een prijs verwacht van gemiddeld NZ $8,00 per kilo MS, in een bandbreedte van $7,25 tot $8,75.
CEO Miles Hurrell schrijft dit toe aan de nog steeds achterblijvende Chinese markt. Hij blijft ondertussen hoopvol en verwacht dat China zich in de loop van het nieuwe jaar herstelt van de huidige economische inzinking en ook weer meer zuivel gaat kopen.
Onder de kostprijs
Nieuw-Zeelandse boeren zijn ondertussen niet gelukkig met de nieuwe prijsverwachting. Een prijs van gemiddeld NZ $8,00 per kilo milksolids is te weinig om de sterk gestegen kosten te kunnen dekken, stellen hun organisaties. Dit is wel een risico voor de zuivelcoöperatie, ook al heeft die in het lopende jaar uitstekend gedraaid en kunnen de leden bovenop de melkprijs nog een bonus van 81 dollarcent per aandeel verwachten.
Diverse kleinere concurrenten van Fonterra zoeken extra melk en bieden een bonus aan bovenop de melkprijs van Fonterra.
Gevecht om melk
Door de afvlakkende melkproductie in Nieuw-Zeeland is er - net als in Nederland en België - een strijd om de melk ontstaan. Verwerkers willen hun aanvoerbasis veilig stellen. Eén particuliere verwerker heeft zelfs geprobeerd om coöperatievoorzitter Peter McBride bij Fonterra weg te kapen met een mooi transferaanbod. Die ging er niet op in, maar dat het gebeurde, geeft aan hoe hard er wordt gevochten op de melk.
Over het ten einde lopende jaar verwacht Fonterra een winst te behalen van NZ $1.326 miljoen. Dat is $854 miljoen meer dan het voorgaande jaar. Dat resultaat is grotendeels het gevolg van betere commerciële prestaties, maar toch ook voor een belangrijk deel gevolg van de verkoop van bedrijfsonderdelen, zoals de Argentijnse dochter Soprole en de laatste Chinese megaboerderij.