De vakbondsacties voor meer loon in de zuivel treffen tot nu toe vooral vestigingen van FrieslandCampina. Waarschijlijk vanwege de organisatiegraad daar. Het begon een week geleden in Noordwijk en ging daarna van Marum en Steenderen naar Borculo en Meppel. Partijen naderen elkaar ondertussen nog niet. Wel kosten de acties veel geld.
Ook bij Bouter Kaas in Culemborg, onderdeel van Royal A-ware, is actie gevoerd, maar hierbij ging het om een andere cao, voor de kaaspakhuizen. De acties van de vakbonden gaan min of meer gelijk op, maar de inzet verschilt. Voor de zuivel-cao hebben de werkgevers 8% meer loon geboden, terwijl CNV Vakmensen 10% en het FNV zelfs ruim 14%. Voor de cao-kaaspakhuizen bieden de werkgevers 7% meer, terwijl de bonden even veel eisen als voor de zuivel-cao. Tot nu toe naderen de partijen elkaar vrij weinig. De zuivelwerkgevers menen dat ze met ruim 8% meer loon een duidelijk bovengemiddeld bod op tafel hebben gelegd,maar de bonden menen dat er toch nog meer in het vat moet zitten. Gevolg is 'dat we momenteel niet met elkaar spreken', aldus NZO-woordvoerster Tanja Copal.
Meeste spanning rond zuivel-cao
Toch lijkt de strijd rond de zuivel-cao het spannendst. Daar gaat het om de arbeidsvoorwaarden voor 12.000 mensen in zo'n veertig vestigingen. Bovendien komen hier de acties het hardst aan. Hoewel vakbond de Unie al akkoord is gegaan met het aanbod van de werkgevers en volgens deze bond de meeste mensen gewoon doorwerken, kunnen CNV en FNV met hun acties nog veel pijn toebrengen aan de werkgevers.
Omdat de zuivelindustrie een procesindustrie is, kan een staking van een klein aantal mensen een heel bedrijf plat leggen, wat dan ook vaak gebeurt. Gevolg is dat melk naar andere vestigingen moet om daar te worden verwerkt, maar dan soms tot een minder renderend product. Ook belandt veel melk op de spotmarkt, waar het voor 20 of 22 cent per liter weg moet, terwijl aan de leveranciers 43 cent wordt betaald.
Lagere organisatiegraad pakhuizen
In de kaaspakhuizen is die situatie iets anders en meestal minder acuut. Hier gaat het om een nieuwe cao voor zo'n 5.000 mensen bij tachtig tot negentig bedrijven. Daar is de gemiddelde organisatiegraad wel veel lager dan in de zuivel en met name dan bij FrieslandCampina. Ook is het gevaar van plat gaan van het hele bedrijf meestal minder groot. Al zijn er ook 'kaaspakhuizen' waar kaas intensiever wordt bewerkt en een actie van een beperkt aantal vakbondsleden ook veel impact kan hebben, weet Gemzu-voorzitter Onno Boersma.
Hij is net als Copal erg teleurgesteld dat het cao-proces zo loopt. "We zijn vorig jaar al vroeg begonnen om een nieuwe cao voor te bereiden. Op 7 februari van dit jaar lag ons eindbod er, en dan laten de bonden op 25 april een ultimatum verlopen." Natuurlijk liggen vraag en aanbod een eind uit elkaar, maar Boersma wil maar zeggen dat er wel genoeg tijd is geweest om de huidige situatie te voorkomen. Bij de kaaspakhuizen is een aantal werkgevers al begonnen met het uitbetalen volgens het cao-aanbod. De Gemzu had liever een totaal-akkoord afgewacht, maar snapt dat het zo gaat.
Niet realistisch
In de zuivelindustrie is van zo'n situatie geen sprake, vertelt Copal. "Wij wachten eerst verdere ontwikkelingen af, maar vinden de looneisen van de bonden geen realistische percentages. Ook FNV zelf geeft aan haar eigen medewerkers aan dat dit soort eisen onhaalbaar zijn. De Nederlandsche Bank waarschuwt bij monde van Klaas Knot bovendien dat nog hogere loonstijgingen extreme en negatieve effecten hebben op de economie. Ook de zuivelsector ziet bedrijfsresultaten teruglopen."