Branche-organisatie ZuivelNL heeft in 2017 een overeenkomst gesloten met toen het ministerie van Economische Zaken om, in het kader van het fosfaatreductieplan, alle bij haar bekende data over veehouders te leveren die nodig waren voor de uitvoering van het plan. Melkveehouders waren daar niet van op de hoogte.
De afspraken staan in de zogenoemde verwerkingsovereenkomst tussen beide partijen, die is opgevraagd met een beroep op de WOO (Wet open overheid).
Beide partijen verbonden zich destijds aan een reductie van de fosfaatproductie, die toen nodig werd geacht om aan de emissie-eisen te voldoen. Achteraf is de noodzaak van de vrij drastische ingreep betwijfeld met verwijzing naar de precieze gegevens.
AVG-regels
Omdat beide partijen zich verbonden aan het reductieplan, was het wellicht begrijpelijk dat ze er beide een inspanning voor deden, maar het is wel de vraag of ZuivelNL de gevraagde data had mogen afgeven zonder eerst toestemming te vragen van de boeren. De handelswijze lijkt in strijd met de privacywetgeving, al had het bestuur ook toestemming gegeven. Juridisch gezien had de overheid de data beter kunnen vorderen, maar dit kost meer tijd.
De verwerkingsovereenkomst lag in de jaren daarna aan de basis van de fosfaatrechtencontrole.
Nadeel extensieve bedrijven, voordeel intensieve
Uit de gegevens blijkt ook dat heel extensieve bedrijven, met een lage melkgift per koe per jaar, werden benadeeld door het controle- en handhavingssysteem, terwijl heel intensieve bedrijven met een hoge melkgift per koe per jaar, juist werden bevoordeeld. "Er zijn bedrijven die een erg lage of juist erg hoge melkgift per koe hebben. Van deze bedrijven wordt de fosfaatexcretie bepaald aan de hand van de gemiddelde melkgift in 2015. Het gaat om bedrijven met lage melkgift: minder dan 4.000 kg per koe per jaar en bedrijven met hoge melkgift van meer dan 13.000 kg per koe per jaar'', zo vermeldt de handhavingsanalyse fosfaatrechten melkvee.
Bedrijven die ver boven hun fosfaatplafond produceerden, konden gerechtelijk worden vervolgd, maar ook via een bestuurlijk traject kon handhavend worden opgetreden. RVO kon bedrijven houden aan een dagplafond, zo was afgesproken. Voor zover bekend is daar evenwel weinig mee gewerkt.