De gemiddelde kwaliteit van maïs valt dit jaar tegen in vergelijking met voorgaande jaren. Dat is de weinig verrassende uitkomst na analyse van de eerste maïskuilen.
Nu zijn ieder jaar de eerste uitslagen minder goed dan van de later bemonsterde maïskuilen. Dat komt omdat in andere jaren het dan vaak gaat om te vroeg en daarmee niet rijp geoogste maïs. Dit jaar gaat het veelal om maïs die (gedeeltelijk) noodrijp is geoogst. Daarnaast ligt het drogestofgehalte van de eerst bemonsterde maïskuilen duidelijk hoger dan in andere jaren, wat deze Maïsrassenkeuze-kuilen daardoor broeigevoeliger maakt.
Seizoen 2022: veel plant, weinig kolf
In tegenstelling tot het andere zeer droge jaar 2018 waarin het al vanaf half juni zeer droog werd, is de ergste droogte dit jaar vanaf begin juli opgetreden. Dit had tot gevolg dat er tijdens de zogenaamde schietersfase nog wel voldoende vocht aanwezig was. De schietersfase is de groeifase tussen het 6-bladstadium en de pluimvorming. Hierdoor is er op de meeste percelen maïs tot een lengte gegroeid die we van maïs gewend zijn.
De grote droogte in juli en augustus gaf echter een onvoldoende goede kolfontwikkeling. De daarop volgende zeer hoge temperaturen in augustus en september hebben maïs op met name zandgrond de genadeslag gegeven, waardoor veel maïs noodrijp werd en in sommige gevallen al in augustus geoogst is. Relatief veel restplantmassa in combinatie met een laag kolfaandeel na oogst van deze maïs is de oorzaak van de minder goede voederwaarde.
Hoger hakselen
Een eenvoudige manier om tot een hogere voederwaarde per kilogram droge stof te komen, is het hoger hakselen van de maïs. Ook dit jaar is dat door meerdere telers gedaan. Per 10 centimeter hoger hakselen levert dit een gemiddelde stijging van 10 gram zetmeel per kilogram droge stof op. Maïs oogsten als MKS levert een nog hogere voederwaarde op, maar bleek in noodrijpe maïs niet altijd mogelijk. Bovendien was de wens naar voldoende ruwvoer dit jaar op veel bedrijven groter. Desalniettemin kan het al gauw uit om een eventueel tekort aan ruwvoer (lees: ruw celstof) van buiten het bedrijf te halen en de maïs op het eigen bedrijf meer in de vorm van krachtvoer te oogsten.
Kies voor droogtetolerante maïsrassen in 2023
Door KWS wordt al jarenlang onderzoek gedaan naar de droogtetolerantie van maïsrassen. Selectie hierop is uiteraard het beste te doen onder droge groeicondities. Mogelijk onder invloed van klimaatverandering zijn van de afgelopen vijf groeiseizoenen er vier droog tot zeer droog geweest. Daar waar een praktiserend teler uiteraard minder gelukkig mee is, hebben de veredelaars van maïsrassen daar hun voordeel mee kunnen doen. In de Benelux heeft de proefveldervaring, maar ook de ervaring in de praktijk met name voor de maïsrassen GENIALIS, ARTURELLO en CAMILLO positieve resultaten opgeleverd. Positieve ervaring in de zin van een duidelijk hogere opbrengst, voederwaarde en restplantgezondheid.
Naast raskeuze en hakselhoogte is teeltmanagement bepalend
De afgelopen droge groeiseizoenen hebben wel laten zien dat beregenen het verschil maakt. Los van de vraag of er beregend wordt, verbetert een goede bodemvruchtbaarheid onder andere het waterbergend vermogen. Dit betekent dat maïs in droge groeiseizoenen net wat gemakkelijker deze periode door komt en een beter resultaat oplevert. Daarnaast resulteert een aanvullende bemesting met kalium in meer vitale maïs, waardoor het gewas minder snel in droogtestress raakt. Omdat als gevolg van klimaatverandering de groeiseizoenen gemiddeld genomen droger worden, is ook aanpassing van de zaaidichtheid een goede maatregel. Minder planten per hectare hebben eenvoudigweg minder vocht nodig.
Wilt u meer informatie over de teelt van maïs onder droge groeiomstandigheden? Neem dan contact met ons op.