FrieslandCampina heeft over het eerste halfjaar van 2022 op het eerste gezicht sterk verbeterde halfjaarcijfers gepresenteerd. Omzet en winst zijn flink gestegen en het management haalt lichtpuntjes naar voren. Toch is het vasthouden van de interim-uitkering is niet het enige teken dat er nog veel uitdagingen liggen voor het management. Een stevige negatieve kasstroom en diverse bijzondere waardeverminderingen geven ook te denken.
Begrijpelijk dat het management wijst op lichtpunten, zoals een hoge melkprijs en goede verdiensten bij diverse businessgroepen, maar het zit het topmanagement niet mee. FrieslandCampina kan de laatste jaren bogen op weinig echte successen.
Meerwaarde is bewegend doel
Meerwaarde is al jaren het grote doel van de onderneming, maar het laatste jaar is duidelijk geworden dat meerwaarde niet altijd op dezelfde plek zit en dat die dus ook niet altijd wordt behaald met merkproducten of met intensiever bewerkte producten. Het meeste is in het afgelopen jaar verdiend met bulk.
Gelukkig voor FrieslandCampina heeft het daar ook van meegeprofiteerd, via kaas, boter en poeders. Tegelijkertijd is FrieslandCampina ook doorgegaan met het afstoten van poedertorens, zoals eerder al in het Belgische Aalter en in de voorbije tijd in Leeuwarden.
CO2-voetafdruk versus poederproductie
Daarbij nam het zuivelbedrijf ook (weer) afscheid van de productie van fat-filled melkpoeder. Als reden voor het afstoten van de torens wordt het verkleinen van de (CO2-)voetafdruk genoemd. Ondertussen doen concurrenten dus goede zaken met melkpoeders, soms dankzij oude torens van FrieslandCampina.
De Amersfoortse zuivelreus probeert met name meer geld te verdienen met merkproducten, ingrediënten, en toch ook weer met kindervoeding. De afzet van merkproducten lijkt evenwel steeds meer onder druk te komen, omdat consumenten meer en meer op hun budget moeten letten. Dat speelt niet alleen in Afrika en Azië, maar ook in Europese supermarkten. B-, of C-label producten bieden vaak meer waar voor hun geld. Is FrieslandCampina dus nog op tijd? En dat merken niet altijd synoniem staan voor meer winst, bewijst het afstoten van de Duitse consumentenactiviteiten, inclusief ooit topmerk Landliebe, richting Müller.
Laatste restje Huishan afgestoten
Het bedrijf benoemt daarnaast de betere gang van zaken met premium kindervoeding in China als een van de redenen om deze activiteiten toch te houden. Nog niet zo lang geleden werd de Chinese kindervoedingsmarkt bijna dood verklaard, nu ziet FrieslandCampina weer licht. Toch gaat het nog echt niet allemaal weer beter met de kindervoeding. Het halfjaarverslag vermeldt dat de kindervoedingsbusiness op veel Aziatische markten nog onder druk staat. Bovendien is de in 2015 gebouwde kindervoedingsfabriek in Xiushui, overblijfsel van FrieslandCampina Huishan, juist verkocht aan concurrent Yili. Of ook dit nog een extra afschrijving oplevert, is niet duidelijk. In ieder geval is een deel van het verlies al eerder genomen. Wel staat vast dat de diverse bedrijfssluitingen en verkopen in het eerste halfjaar een kleine €100 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen hebben opgeleverd.
Welke eieren in welke mandjes
In welke mandjes FrieslandCampina de eieren de komende jaren wil leggen, wordt niet helemaal duidelijk uit het bericht. Soms lijkt het bedrijf het zelf ook niet helemaal te weten. "FrieslandCampina profileert zich in toenemende mate als voedingsbedrijf met een sterke kern in zuivel," zo staat in het managementverslag. Dus geen volbloed zuivelbedrijf meer. Er komen steeds meer plantaardige producten.
Toch blijft zuivel de kern. Daarbij maakt FrieslandCampina zich toenemend zorgen over de melkaanvoer. Die daalde het afgelopen halfjaar stevig.
Bovengemiddeld bedrijf vertrekt
Blijkens het laatste persbericht van de Dutch Milk Foundation (DMF) zijn er in het voorbije verslagjaar 284 leden vertrokken met medeneming van een vertrekbonus van €5,00 per 100 kilo melk (en mogelijk nog enkele meer zonder bonus). Daarnaast verdween er in het voorbije halfjaar ook €60 tot €70 miljoen aan ledenvermogen (uit obligaties), een deel daarvan waarschijnlijk samen met de opstappers. De signalen wijzen erop dat de uittocht van leden nog niet is gestopt, en alle nemen ze een bovengemiddeld volume aan melk mee (ruim 1,1 miljoen kilo). FrieslandCampina hoopt anderzijds nieuwe leden bij te winnen, vooral in België en Duitsland. De uitstroom is vooralsnog sterker.