De zuivelmarkten worden al langere tijd gedreven door krapte. Een dalende melkaanvoer in Europa ligt hieraan ten grondslag, maar ook in belangrijke exportmarkten als de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland is de melkplas opgedroogd. Hoe is de situatie nu en wat zijn de verwachtingen?
Nieuw-Zeeland zit deze maand in het dal van de melkproductie. De cijfers van productschap DCANZ over mei, wijzen op een productie van 911.000 ton. Dit is een daling van ruim 6% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Daarmee zet de dalende trend, die vrijwel het hele jaar al zichtbaar is, door. In maart leek enig herstel zichtbaar, maar dat is in de kiem gesmoord.
De krimp houdt vooral verband met een daling van het aantal melkkoeien dat is afgenomen tot 4,8 miljoen. In 2014 telde Nieuw-Zeeland nog bijna 5,2 miljoen melkkoeien. Strengere milieunormen spelen ook in Nieuw-Zeeland. Pas vanaf augustus gaat de melkproductie seizoensmatig weer serieus stijgen om vervolgens te pieken in oktober.
Productie in VS toont achterstand
In de Verenigde Staten laat de melkproductie het hele jaar al een achterstand zien ten opzichte van 2021. Mocht deze lijn doortrekken, dan is er sprake van een trendbreuk. In mei produceerde de VS 8,93 miljoen ton melk, wat neerkomt op een daling van 0,7%. Dat blijkt uit cijfers van het Amerikaans landbouwministerie (USDA). Ook hier is een daling van het aantal melkkoeien debet aan de krimp. In de 24 grootste melkveestaten noteerde de productie een daling van 0,6% tot 8,53 miljoen ton.
Afgelopen maand telde de VS 9,41 miljoen melkkoeien, wat een daling van 100.000 is vergeleken met 12 maanden eerder. Ook blijft de productie per dier achter bij de verwachtingen, wat een gevolg lijkt van de hoge voerprijzen. Voor heel 2022 verwacht het USDA nog altijd een lichte groei van de melkproductie, maar de verwachtingen zijn al wel naar beneden bijgesteld.