Zo lang als de verkoop van Friso in de lucht hing, zo snel verliep de verkoop van de Duitse consumentenactiviteiten van FrieslandCampina aan de Theo Müller Groep. Tenminste, voor zover bekend is.
De verkoop is niet alleen snel, maar ook verrassend, omdat FrieslandCampina er eerder niets van wilde weten. FrieslandCampina moest een strategische aanwezigheid houden op de belangrijke Duitse markt, ook al wordt er vrijwel niets verdiend, zo betoogden de voorgaande directies. Nu is de knop omgezet.
De verkoop van de Duitse consumentenactiviteiten brengt wel minder op dan wat er voor Friso moest binnenkomen, maar het verlost FrieslandCampina ook van een flinke kopzorg. Een 'bleeder' wordt gestopt en dat is niet minder belangrijk dan 'cashen'. Bovendien daalt de Duitse melkconsumptie.
Overnamebedrag
Over een overnamebedrag wordt niets gemeld, maar FrieslandCampina krijgt geen €1 miljard voor de verkoop van de Duitse activiteiten, zoals Duitse media melden. Vorig jaar werd wel zo'n €960 miljoen omgezet in Duitsland, maar dat betrof alle activiteiten van FrieslandCampina, inclusief die van de ingrediëntendivisie en van 50%-dochter DFE Pharma. De afzet van kaas, Valess en Chocomel blijft ook buiten de deal. Daarvoor behoudt FrieslandCampina een verkoopkantoor.
Per saldo verhuist dus misschien zo'n €200 tot €300 miljoen omzet naar Theo Müller. Wel met drie fabrieken erbij en honderden werknemers, maar zeker in de huidige marktomstandigheden gaat het bijna zeker om niet erg renderende of zelfs verlieslatende activiteiten. Bijna alle zuivelbedrijven die sterk afhankelijk zijn van supermarktafzet worstelen om daar aan te verdienen. In het coronatijdperk was dat nog anders, maar sinds begin dit jaar is die situatie radicaal omgeslagen.
Duitse ledenmelk eerst nog naar Müller
Ook de Duitse leden van FrieslandCampina blijven buiten de transactie. Logisch, want zij zijn mede-eigenaar van de coöperatie en kunnen dus niet buiten de deur worden gezet. Vorig jaar waren zij goed voor ongeveer 450 miljoen kilo melk. Voorlopig blijft dat product beschikbaar voor Müller, zo is afgesproken. Naar verwachting tot zeker 2023, vertelt een woordvoerder van FrieslandCampina.
Voor daarna wordt nog naar een 'duurzame oplossing' gezocht, zoals dat heet. Het kan zijn dat de melk naar FrieslandCampina-fabrieken in bijvoorbeeld Borculo of Veghel gaat. Loonproductie is een andere mogelijkheid, maar er zijn ook genoeg andere opties. In de huidige marktomstandigheden is melk geen last meer, als het tenminste niet verlieslatend hoeft te worden verwerkt.