Kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P) handhaaft de kredietwaardigheid van FrieslandCampina op BBB/Stable/A-2. Vorig jaar gold dit oordeel ook, in 2019 en 2018 was het BBB/Negative/A-2. In 2020 was er geen beoordeling. FrieslandCampina staat ondertussen wel voor nieuwe opgaves.
De jongste waardering rekent voor dit jaar met een lagere omzetgroei en dito verdiensten dan vorig jaar, ondanks de hogere prijzen op de zuivelmarkt. Daar staat tegenover dat FrieslandCampina door de introductie van leveringscertificaten een lagere schuldenlast heeft en ook meer eigen middelen ter beschikking heeft om investeringen te doen. De beoordelaar is positiever dan enkele jaren geleden. Het is zeker nog niet de hoogste status van kredietwaardigheid bij S&P: dat is AAA voor de lange termijn en A-1 voor de korte termijn.
De marge op de omzet gaat bij FrienslandCampina dalen, voorziet S&P door hogere marketinguitgaven en door investeringen in verbetering van installaties en investeringen in fabrieken. De kredietbeoordelaar meent dat FrieslandCampina dit en volgend jaar zo'n €450 miljoen in nieuwe installaties kan steken. Voor dit jaar zet dat de cash-flow wel flink onder druk, in de volgende jaren is er meer ruimte.
Niet vanzelf goed
FrieslandCampina doet het niet vanzelf goed de komende jaren. S&P benadrukt dat het zuivelbedrijf er wel in moet slagen om de hogere inkoopprijzen goed door te berekenen aan de afnemers en tegelijkertijd de schuldenlast niet weer te laten oplopen. Met betrekking tot kindervoeding constateert het kredietbureau dat daar de verdiensten nog steeds teruglopen, maar dat FrieslandCampina dit probeert op te vangen door over te schakelen naar voeding voor oudere mensen. S&P houdt ook nog steeds rekening met de mogelijkheid dat FrieslandCampina de kindervoedingsbusiness helemaal afstoot, maar noteert dat de heroriëntatie daarover niet is afgerond.
FrieslandCampina geeft geen mening over de rapportage af, maar laat het stuk voor zichzelf spreken.