In veel Europese landen staat de melkaanvoer onder druk. Die trend zet ook in de eerste maanden van 2022 door. Dat de Europese melkplas in het eerste kwartaal 'slechts' met 0,3% slonk, is vooral aan de opmars aan de oostflank van ons continent te danken. De positie van Nederland als derde grootste melkveeland binnen de Unie staat op het spel.
Laten we dicht bij huis beginnen. Van de top 5 grootste melkveelidstaten binnen de Europese Unie is Nederland koploper qua krimp. De melkproductie kromp hier van januari tot en met maart met ruim 2% en ook april viel het productievolume fors lager uit. De krimp in Duitsland en Frankrijk zit tussen de 1% en 2%, maar in tonnages is de krimp groter dan hier. In veertien van de 27 lidstaten vertoont de melkproductie krimpcijfers, iets meer dan de helft dus. Hiertoe behoren ook grote producenten als Ierland, waar de melkproductie voor het eerste in jaren in het rood zit.
De groei zit met name is Oost-Europa. De productie in Polen plust met bijna 3%. Ook de Baltische staten schrijven groene cijfers. Verder valt op dat België, Denemarken en Italië tot de groeilanden behoren. De groei in België is opvallend, omdat de trend daar vaak meebeweegt met Nederland.
Verschuiving naar Oost-Europa
Gesteld kan worden dat de Europese melkproductie oostwaarts oprukt. Dit laat zich verklaren door de betere productiemethoden die daar worden toegepast. Bovendien is daar meer groeiruimte met betrekking tot land en milieuruimte. Het lijkt een kwestie van tijd te zijn of Nederland is derde grootste melkveelidstaat in de EU af. Nummer 4 (Italië) en 5 (Polen) expanderen immers, waar de melkplas in Nederland juist slinkt. De krimp in Nederland ging tot nu toe organisch, maar dit kan versneld gaan wanneer de overheid melkveebedrijven gaat opkopen voor emissiereductie. De productie in Nederland loopt nog altijd circa een miljoen ton melk voor op Polen, maar de verschillen worden wel rap kleiner.
Terug naar de Europese melkaanvoercijfers. Voorlopig is dit jaar dus sprake van een neerwaartse trend, waarmee de lijn die vorig jaar werd ingezet doorzet. De Europese Commissie verwacht dat de melkaanvoer tot de zomer krimpt. Mogelijk treedt er later dit jaar een voorzichtig herstel op. Ondanks de relatief hoge melkprijzen houden melkveehouders de voet van het gaspedaal. Dit heeft met de fors gestegen voer- en kunstmestprijzen te maken, waardoor de marge maar amper verbeterd is. Wel blijven de eerste melkprijzen voor juni hard oplopen, waardoor het wellicht aantrekkelijker wordt om de productie op te voeren.