Wij zijn er voor alle melkveehouders. Bovendien zijn LTO en de NMV sinds de oprichting van ZuivelNL kleiner geworden. Het is van groot belang dat we als sector weer met één stem spreken, zodat we een sterkere overlegpartner worden en ons niet meer uit elkaar laten spelen. Dan kunnen we als sector meer bereiken, zegt Arjan Schimmel, voorzitter van ZuivelNL.
Thuis op het melkveebedrijf in Linschoten vertelt Schimmel hoe hij ZuivelNL aantrof bij zijn aantreden begin 2021. "We hadden een tekort op de begroting van €1 miljoen, een organisatie die in de voorgaande jaren veel heeft meegemaakt en een versnippering in de sector die zo groot was dat de signalen ervan niet meer als boodschap overkwamen. Hubert en ik hebben geprobeerd hier werk van te maken. Om het draagvlak te verbreden en meer partijen bij elkaar te brengen, hebben we gesprekken gehad met de Dutch Dairymen Board (DDB) en het NAJK. Van beide partijen hebben we geconstateerd dat ze prima passen bij de organisatie die we willen zijn en bij de criteria die gelden voor lidmaatschap."
Wat gaat dit betekenen voor ZuivelNL?
"DDB en het NAJK zijn sinds begin dit jaar ook als als partner betrokken bij ZuivelNL. Het plan is dat DDB op de algemene ledenvergadering van juli officieel lid wordt via een bestuurlijk besluit. Wij zijn er voor alle melkveehouders. Bovendien zijn LTO en de NMV sinds de oprichting van ZuivelNL kleiner geworden. Het is van groot belang dat we als sector weer met één stem spreken, zodat we een sterkere overlegpartner worden en ons niet meer uit elkaar laten spelen. Dan kunnen we als sector meer bereiken."
In het verleden kon de DDB geen lid worden, nu wel. Hoe zit dat?
"Ik weet dat er eerder gesprekken zijn geweest, maar ik was daar niet bij en ik wil het ook niet steeds over het verleden hebben. Wij willen er voor de hele melkveehouderij zijn en we constateren dat de samenwerking tussen partijen steeds beter gaat. We kunnen dus meer samen doen en méér doen. Over contributieverhoging wilden we het in eerste instantie zeker niet hebben, niet voordat we het eigen huis eerst op orde hebben."
Is het huis nu op orde?
"Ik denk dat er heel veel werk is verzet. We hebben nu beter zicht en grip op alle processen, ook in de themagroepen. Financieel loopt het beter, we zijn het steeds meer eens en treden ook vaker naar buiten, bijvoorbeeld ook met presentaties voor kleinere groepen. Daar leggen we uit wat we doen, zodat mensen in de sector een beter beeld krijgen. Dat is ook nodig. We moeten stappen vooruit zetten. Daar moet de energie naar uitgaan. In die zin is het lastig dat iedereen het vaak nog over het verleden heeft. Daar moeten we voorbij."
Als ZuivelNL hebben jullie het in de gesprekken met onder meer de overheid niet alleen over pure zuivelaangelegenheden, maar ook over bredere onderwerpen als mest en emissies. Dan lijkt het me lastig om iedereen in hetzelfde spoor te krijgen. Neem LTO.
"LTO is een soort Landbouwcollectief in het groot, met meerdere onderlinge belangen omdat ze bijna alle sectoren vertegenwoordigen."
Anderzijds lijkt de samenwerking met de NZO, de organisatie van de zuivelindustrie, ook veranderd. Misschien omdat de NZO ook iets van karakter is veranderd?
"FrieslandCampina is nog steeds veruit de grootste binnen de NZO, maar er zijn andere sterke partijen bij gekomen. Toch is dat het niet alleen. Er zijn in de voorbije jaren meer boerenzaken teruggekomen bij ZuivelNL. Dat helpt ook om als veehouderij zelf directer aan de knoppen te zitten. Het is goed om als melkveehouderij enkele zaken samen te regelen die niet wettelijk zijn voorgeschreven, maar die wel helpen nog meer wetgeving te voorkomen. Dat moeten we dan wel goed doen, zonder te overvragen of het praktische gevoel er bij weg te halen. Daar wrong het wel eens. Er is in de voorbije jaren een tijd geweest van regel-op-regel. Nu is dat iets anders, maar zijn we nog wel bezig met de invulling van genomen besluiten."
Een voorbeeld van regelgeving die veel emoties heeft losgemaakt en waarbij wellicht ook wel een beetje veel is gevraagd, is de KoeMonitor?
"Met KoeMonitor is geprobeerd melkveehouders en zuivelfabrieken te helpen om te voldoen aan Europese eisen die voor hun gelden. Daarmee wordt onder meer de export veilig gesteld"
Dat laatste is vorig jaar op de valreep gelukt en met een juridische aanpassing die niet in KoeMonitor zat.
"Met een eigen regeling hebben we voorkomen dat bijvoorbeeld het COKZ of de NVWA bij iedereen moest komen controleren. Zoiets zou praktisch bijna onmogelijk zijn en sowieso heel veel duurder worden. De mensen die met NVWA-controles te maken hebben, weten ervan. Lastig is ook dat de officiële controle-organisaties nu al nauwelijks genoeg mensen hebben voor hun werk. Naast KoeMonitor is er voor mensen die er niet mee willen werken overigens een alternatief in ontwikkeling bij Qlip: PBB+. Dat instrument moet in juni klaar zijn."
Waar iedereen in de melkveehouderij het meest mee zit, is vanzelf de hele mest- en stikstofproblematiek. Hebben de mensen nog enig idee waar de schoen wringt met deze problematiek en hoe dit tot een oplossing moet komen?
"Het is voor een melkveehouder bijna niet meer mogelijk om nog goed in beeld te houden wat er allemaal speelt. Er zijn heel veel modellen over de sector uitgegoten. De vraag is wel steeds meer of die de werkelijkheid nog dekken en of het nog in contact staat met de praktijk. Zie daarvoor maar de laatste discussie rond weidegang, dat dit vergunningplichtig zou moeten zijn. Dat is toch ongelofelijk. Uitspraken van de rechtbank daarover, dat is toch als olie op het vuur bij de boer. En terecht. Hetzelfde is het met de stalvloeren. Mede in overleg met de overheid zijn die ontwikkeld. Iedereen heeft gedaan wat de overheid vroeg en je ziet alles vastlopen. Ik vind dat de overheid daarin veel sterker en duidelijker moet zijn."
Alles afwentelen op boer klopt niet
"Het is een feit dat we in een land zitten dat gewoon vol zit. Ondertussen moeten nog steeds meer mensen een plek hebben, maar om dan alles af te wentelen op de boer...., dat klopt gewoon niet. Neem ook de escalerende situatie rond natuurgebieden, dat boeren daar snel en desnoods gedwongen weg moeten. Door dat eerst hardop te roepen over de hoofden van de boeren heen, zonder eerst te kijken hoe je ruimte kunt creëren, dat werkt averechts. Dat boeren stoppen is niet nieuw, gemiddeld gaat het met zo'n 3% per jaar. In tien jaar is dat 30%. Speel daar met verstand op in, maar door er nu druk op te zetten, gebeurt het omgekeerde van wat ze willen."
Hoe moet het dan?
"Vroeger had je een Dienst Landelijk Gebied. Die kon gebiedsoverstijgend, door het hele land, plek zoeken voor boeren die moeten verkassen. Er staan heel wat boerderijen te koop, waar geen opvolger voor is. Ook grote boerderijen. Breng de mobiliteit van ondernemers terug die er ooit was en zet niet alles overal vast met wetjes en regeltjes."
Dat is ondertussen wat er gebeurt vanuit Den Haag en de provincies, gesteund door allerlei actiegroepen.
"Het is daarom heel goed dat er ook andere groepen en organisaties zijn die kijken of de modellen en projecties van de overheid overeen stemmen met de werkelijkheid. Afgezien daarvan is het geheel aan regelgeving rond de stikstof wel heel ingewikkeld geworden en dat niet alleen. Het beleid is door allerlei rechtszaken ook vastgelopen."
Is herziening van beleid de oplossing?
"Daarbij gaat het, zoals gezegd, bijna zeker niet lukken om snelheid te maken met opkoop, vanwege gevoelde dwang, verboden om op een andere plek door te gaan en door gebrek aan fiscale faciliteiten. Ik denk daarom dat er eerst een herziening van het beleid moet komen, met dus ook een eerlijke toerekening van alle emissies en andere milieulasten. Zodat het duidelijker en eerlijker wordt."