De rekenmethode die het CBS heeft gebruikt voor ammoniakemissies uit stallen is volgens stichting I-VEE ongeschikt om de werking van emissiearme stalsystemen te bepalen. Deze conclusie trekt de stichting na onderzoek dat zij heeft laten uitvoeren door een Deense professor en adviesbureau CLM Onderzoek en Advies.
I-VEE ondersteunt projecten die een emissievrije en klimaatneutrale veehouderij tot doel hebben, zowel in Nederland als wereldwijd. Reden voor het onderzoek van I-VEE is de twijfel die er bestaat over de effectiviteit van emissiearme stalvloeren. "De twijfel zorgt voor problemen bij de vergunningverlening en leidt tot het nietig verklaren van verleende vergunningen. In het verlengde daarvan staat ook de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV) – de landelijke lijst met emissiefactoren voor emissiearme systemen - mogelijk zelfs ter discussie", aldus I-VEE.
Professor Sven Gjedde Sommer van de universiteit van Aarhus (Denemarken) en Carin Rougoor en Frits van der Schans van CLM Onderzoek en Advies constateren dat er heel veel variatie zit in bemonstering en analyse van stikstof en fosfaat in dierlijke mest en dat er een hoge mate van onnauwkeurigheid zit in de CBS-berekeningen. "Het is twijfelachtig dat het gemiddelde van mestanalysecijfers van een selectie van stallen garant staat voor het gemiddelde van alle stallen in de betreffende categorie", constateert Sommer in een verklaring. "Gezien deze onnauwkeurigheden en variaties mag de stikstof - die in de CBS-berekening niet kan worden toegewezen aan één bron - niet worden beschouwd als enkel ammoniakemissie uit stallen. Sommer pleit voor een grondige statistische analyse van de CBS-cijfers waaruit moet blijken of er überhaupt sprake is van rest-stikstof. Rougoor vindt verder onderzoek noodzakelijk. "Het feit dat de CBS-analyse structureel een hogere schatting voor de ammoniakemissie geeft dan op basis van nationale emissie data wordt verwacht, zonder dat hard kan worden gemaakt waar dit verschil door ontstaat, geeft aan dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is."
Nader onderzoek al gaande
Maar wat blijkt? Desgevraagd meldt het CBS dat al nader onderzoek wordt gedaan. "De onzekerheden die in het CBS-rapport worden benoemd, zijn de aanleiding voor nader onderzoek en dit is al geruime tijd gaande en wordt uitgevoerd door Wageningen Livestock Research", aldus een reactie van het CBS. Het gaat, zo wordt door het CBS onderstreept, niet om een CBS-rekenmethode. Het principe van de meetmethode die gebruikt is in het CBS-rapport is ontwikkeld door de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Het CBS heeft de methode in opdracht van de CDM toegepast op de bij het CBS beschikbare data. Met de meetmethode wordt geschat wat de omvang is van het totale stikstofverlies tussen productie en mestafvoer. "Het gaat dus om meer dan alleen ammoniak en om meer dan alleen de emissie uit stallen", aldus het CBS. Het CBS-rapport gaat verder alleen over gangbare stallen en stallen met emissiearme vloeren en/of mestkelders. Emissiearme stallen met luchtwassers blijven buiten beschouwing.
"Er zijn inmiddels enkele praktijkgegevens beschikbaar waaruit blijkt dat emissiearme stallen niet significant beter zijn dan gangbare stallen: Emissiearme-vloeren-overtuigen-niet-in-praktijk.pdf (stichtingagrifacts.nl) en 536752 (wur.nl). Maar het wachten is op de bevindingen van Wageningen Livestock Research", aldus het statistiekbureau.