De Europese Commissie heeft Nederland een tik op de vingers gegeven vanwege onvoldoende onafhankelijkheid bij het zuiveltoezicht op de boerderij. De bestaande regelingen bieden te weinig waarborgen tegen belangenverstrengeling bij controlerende dierenartsen.
Dit wordt vermeld in een auditrapport van DG Health and Food Safety van de commissie naar aanleiding van een eind vorig jaar gehouden inspectie. Om deze tekortkoming te repareren, zijn wettelijke aanpassingen nodig om dierenartsen een echt onafhankelijke status te geven. Het Koemonitor-systeem, waar de meeste Nederlandse melkveehouders aan deelnemen, is voor de EU niet meer dan een privaat kwaliteitssysteem en niet geschikt om daarmee aan wettelijke verplichtingen te voldoen. Dat is een andere conclusie dan de zuivelsector en ook toezichthouder het COKZ vorig jaar nog volhielden.
Inmiddels wordt naast Koemonitor ook een PPB+-systeem ontwikkeld door Qlip, als uitbreiding op het normale PBB. Met dit systeem willen Eko-Holland en Arla gaan werken. Als dat eenmaal in de markt is, bestaat er formeel wel 'marktwerking' bij de kwaliteitscontrole voor boerderijmelk, maar is nog niet duidelijk hoe het vereiste onafhankelijke toezicht door dierenartsen is geborgd.
Onderbezetting werkt ondermijnend
Afgezien hiervan krijgen zowel het COKZ als de NVWA (voedsel- en warenautoriteit) een tik op de vingers, omdat ze te weinig personeel beschikbaar hebben voor de toezichtstaken die ze in de zuivel moeten uiitvoeren. Dit is een terugkomend bezwaar van de Europese Commissie, waar in 2020 en 2018 ook al op is gewezen. Door dit personeelstekort worden veel minder controles uitgevoerd dan nodig is en wordt bij een extra controle na een vastgestelde tekortkoming veel te lang gewacht om te checken of het probleem is verholpen. De EU heeft er ook problemen mee dat het COKZ niet alle zuivel- en melkveebedrijven in de eigen database (Synergy) heeft geregistreerd. Al deze zaken ondermijnen volgens de Europese controleurs de effectiviteit van het toezicht.