In Nederland timmert A-ware al jaren stevig aan de weg, nu slaat de kaasmaker ook in België zijn vleugels uit. Alleen deze maand al werden twee overnames aangekondigd. Eerder kocht het ook al een Belgische poedertoren van FrieslandCampina. Ook in andere Europese landen heeft A-ware indrukwekkende bouwplannen, al liggen ook in Heerenveen plannen klaar om verder op te schalen. Vanwaar deze expansiedrift?
Tien jaar terug was A-ware voor velen nog een onbekende, maar inmiddels behoort het bedrijf tot de gevestigde orde. De Dark Horse van de zuivel zogezegd, want de opmars is indrukwekkend te noemen. En ook een beetje tegendraads. Veel zuivelbedrijven kijken ietwat schuchter naar de markt uit vrees voor een kaalslag onder boeren, gevoed door de Haagse stikstofplannen. Zonder melk immers geen grondstof voor het produceren van boter, kaas of melkpoeder. Bij A-ware zijn ze ook bezorgd, maar durven ze tegelijkertijd flink te investeren.
Focus op België
Aanvankelijk in eigen land, maar de focus van CEO Jan Anker en consorten ligt nu op België. 'k Heb getwijfeld over België - van Het Goede Doel - lijken ze gekscherend gezegd niet te kennen. De overnamecyclus begon eind 2020 met de intentie de poedertorens van FrieslandCampina in Aalter over te nemen. En zo geschiedde. Hoewel de stap naar België geografisch gezien niet zo groot is, was de overname wel een sprong in het diepe. Het kaasbedrijf heeft namelijk geen ervaring in de poedermarkt, maar ziet wel grote kansen. "De poederverkoop is voor ons een nieuwe business unit die we van nul moeten opbouwen", zei Anker destijds. Hij ziet mogelijkheden in Afrika en Azië. A-ware besloot om het wiel niet zelf opnieuw uit te vinden en ging een partnership aan met Hoogwegt, die de mondiale poedermarkt al van haver tot gort kennen. Ogenschijnlijk een slimme zet.
Voor de sourcing werden er honderden melkveehouders losgeweekt bij - voornamelijk - de Belgische zuivelcoöperatie Milcobel. Daar profiteert A-ware van een ontevreden achterban, net zoals bij FrieslandCampina een paar jaar geleden toen het bedrijf op zoek was naar melk in Heerenveen. Het zit wat dat betreft niet tegen dat de appels los aan de boom hangen.
Deze week werd bekend dat A-ware de aandelen van het Belgische zuivelbedrijf Olympia overneemt. Met 100 miljoen kilo melk, afkomstig van 165 melkveehouders, gaat het om een serieuze melkplas. Eerder deze maand kocht A-ware ook de Hollebeekhoeve op uit een faillissement. Deze overname is wellicht klein bier, maar wel een signaal dat het zuivelbedrijf zich diep wil wortelen in België. Waar de poeders uit Aalter vooral voor de wereldmarkt bestemd zijn, zijn Olympia en de Hollebeekhoeve vooral voor 'lokale' afzet in België. Opnieuw een signaal dat A-ware de activiteiten in de zuivel wil spreiden. Hoewel er geen lijn in de overnames valt te ontdekken, zijn de plannen vanuit risicoperceptie niet onnavolgbaar.
Ierland, Estland, Italië, Zwitserland én Heerenveen
Naast spreiding in activiteiten, mikt A-ware ook op geografische spreiding. Ondertussen heeft A-ware eindelijk groen licht gekregen om te bouwen in Ierland. Samen met zuivelcoöperatie Glanbia wil het in Kilkenny een nieuwe fabriek uit de grond stampen om jaarlijks 450 miljoen kilo melk te verkazen. De investeringskosten worden geraamd op €140 miljoen. De plannen in Ierland dateerden al van voordat A-ware voet al wal kreeg in België, maar werden lang geboycot door een Ierse milieuclub. De lijst met landen gaat verder. In 2016 breide A-ware uit naar Italië en precies één jaar terug werd bekend dat A-ware – samen met Interfood en een lokale partij – in Estland een zuivelfabriek gaan bouwen. Ook hier wordt waarschijnlijk bewust de samenwerking gezocht. Ook in Zwitserland is A-ware actief, opnieuw met een lokale speler.
Terug naar eigen land. Met de vele buitenlandse avonturen zou je bijna denken dat A-ware het geluk elders beproeft. Niets lijkt minder waar. Eind vorig jaar onthulde het Friesch Dagblad dat A-ware - samen met Fonterra - een vergunningsaanvraag heeft ingediend om de fabriek in Heerenveen uit te breiden. De plannen komen overigens niet uit de lucht vallen. Naast de fabriek in Heerenveen ligt namelijk een braakliggend terrein dat eigendom is van A-ware. Er is nooit een geheim van gemaakt dat dit terrein in de toekomst mogelijk zou worden gebruikt om de productie op te schalen. In de nieuwe vergunning wordt gerept over 300.000 ton kaas, bijna twee keer zoveel als de huidige capaciteit. COO Klaas de Jong, die intern dit project trekt, wilde er bij navraag toen nog weinig over kwijt.
Waarschijnlijk wil A-ware eerst de Haagse stikstof blauwdrukken afwachten, voordat in Heerenveen opnieuw de schop in de grond gaat. Bij een forse krimp van de melkveehouderij ligt sectorbreed namelijk overcapaciteit op de loer. Desalniettemin getuigen de plannen wel van ambitie, iets wat veel melkveehouders ongetwijfeld zal aanspreken. Vooruitlopen op de realisatie wordt het vinden van nieuwe karavaan melkveehouders wel een flinke kluif. Vrijwel alle verwerkers in Nederland zijn wakker geworden en zinspelen op nieuwe leveranciers. Vanuit dat perspectief is de buitenlandse expansiedrift van A-ware niet geheel onlogisch.