De zuivelmarkt staat al maandenlang in het teken van krapte, wat tot historische hoge prijzen leidt. Ook nu de sector in Noordwest-Europa naar de voorjaarspiek toewerkt, blijft de melkproductie laag. Dit legt zeer waarschijnlijk een sterke bodem onder de prijzen.
Krimp van de veestapel. Stoppende melkveehouders. Duur krachtvoer. Hoge kunstmestprijzen. Zomaar wat redenen die een rem zetten op de productie. In Nederland, maar ook in omliggende landen als Duitsland, Denemarken en Frankrijk. En sinds kort behoort ook Ierland tot het rijtje van Europese landen waar de melkproductie fors achterblijft bij andere jaren. Behoudens Italië, is in alle marktbepalende landen sprake van een krimpende aanvoer naar de fabrieken.
Nieuwe werkelijkheid
De verwachting is dat de lage productie voorlopig de nieuwe werkelijkheid is. Daarmee breekt op de zuivelmarkt een nieuwe realiteit aan. Hoewel in de afgelopen decennia ook perioden van schaarste waren, stond de markt vaker in het teken van overschotten. Met name de Europese retail moet nog wennen aan de recordhoge prijzen voor kaas, boter en witte zuivel. Op de wereldmarkt doen de hoge prijzen ook pijn bij importeurs.
Ondertussen is het weideseizoen begonnen. Daarmee stijgt de productie tot een piek in mei om vervolgens weer af te zwakken naarmate temperaturen zomers worden. Vooralsnog is van een stijgende tendens geen sprake. Sterker nog: in maart bedroeg de dagproductie 37.061 ton melk, tegenover 38.051 ton in februari. Ook in januari was het geproduceerde dagvolume hoger dan in maart. Bovendien ligt het vetpercentage in de melk aanzienlijk onder het niveau van vorig jaar. Ook in Duitsland zien we de melkproductie vooralsnog zijwaarts bewegen.
Minder boter, kaas en melkpoeder
Minder grondstof betekent vanzelfsprekend ook minder eindproduct, want ook zuivelfabrieken kunnen geen 'twee ruggen uit een varken snijden'. Dit uit zich vooral in de boter- en kaasproductie in Nederland, die in januari en februari 2% tot 5% onder het niveau van vorig jaar lag. In heel Europa toont de boterproductie zelfs een krimp van 10%, terwijl de productie van magere melkpoeder een teruggang van bijna 15% vertoont.
De zuivelproductie heeft een behoorlijke inhaalslag te maken. De stijging van de seizoensmatige melkaanvoer wordt – in tegenstelling tot eerdere jaren – daarom van harte tegemoet gezien, maar het gaat de tekorten naar verwachting niet oplossen. Al met al ligt er een stevig fundament onder de hoge prijzen, al is de markt nu wel wat afwachtend. En door de hoge kosten zijn Europese melkveehouders terughoudend om de productie maximaal op te voeren.