FrieslandCampina: Minder voorkoken, vlotter bijsturen

Dit vertelden voorzitter Sybren Attema en vice-voorzitter Sandra Addink tijdens een toelichting op de nieuwe koers tot 2030. De discussie over de coöperatieve inrichting, de zogenoemde governance, zal alle lagen van het coöperatiebestuur raken, zo gaf Attema te kennen. Nu zijn de hoofdbestuursleden alle ook commissaris en hebben ze allemaal een dubbele taak, als boerenbestuurder en als toezichthouder op de onderneming. Attema houdt het voor mogelijk dat uit de discussie van dit jaar met de leden voortvloeit dat een deel van de bestuurders zich in de toekomst vooral met de onderneming bezig gaat houden, terwijl een ander deel vooral de leden als aandachtsgebied heeft.

Consequenties onvoldoende doorleefd
De leden moeten ook beter worden gehoord, en in ieder geval ook het gevoel krijgen dat dit het geval is. Attema en ook Addink vinden het lastig om aan te wijzen waar het in de voorgaande jaren niet goed is gegaan in het contact tussen leden en bestuur. Ze geven wel toe dat het niet goed is gegaan. Addink stelt in dit verband dat leden wel is verteld wat de consequenties zijn van onder meer de deelname aan nieuwe melkstromen, maar stelt dat - toen leden daar concreet mee te maken kregen (bijvoorbeeld door het uit Planet Proof vallen), dit het gevolg was van het feit dat ze 'dit onvoldoende doorleefd' hadden. Attema geeft aan dat het probleem er ook in kan zitten dat de consequenties in zo'n situatie onvoldoende zijn uitgelegd.

Het streven is in ieder geval naar een betere communicatie op alle fronten, waarmee de inbreng 'van onderaf' duidelijker  tot uiting moet komen. In de folder die is gemaakt over de strategie 'Koers op 2030' wordt dit aangeduid als 'investeren in betrokken leden' en 'patronen doorbreken'.  Zo beginnen ledenavonden voortaan met een 'whiteboard', waarop eerst alle vragen worden geïnventariseerd. Daarna volgen uitleg en toelichting. Vroeger waren de vragen vaak voor de laatste minuten na een uitgebreide presentatie.  

Jaarlijks de vinger aan de pols
Omdat het speelveld waarin een moderne coöperatie moet opereren zo snel verandert, vindt het bestuur het niet meer voldoende om bijvoorbeeld eens in de 3 jaar de regels of de koers aan te kunnen passen.  De coöperatie moet dynamischer worden, waarbij jaarlijks het gevoerde beleid wordt geëvalueerd en de koers zo nodig bij wordt gesteld. Dit moet garanderen dat het beste resultaat voor de leden wordt behaald en dat de coöperatie en onderneming waar mogelijk midden in de samenleving blijven staan en voldoen aan maatschappelijke eisen.