Leveranciers van Lactalis Leerdammer, maar ook van andere zuivelbedrijven stellen vragen bij de wettigheid van de contributie die zij moeten betalen aan ZuivelNL. Ze vragen zich af of de bijdrage niet in strijd is met de Wet Oneerlijke Handelspraktijken.
ZuivelNL bevestigt dat hier vragen over zijn ontvangen. Directeur Hubert Andela stelt dat de zaak is onderzocht en dat er ook juridisch advies over is ingewonnen. Op grond daarvan is de inschatting dat bij de de inning van de bijdrage van melkveehouders (5 cent per 100 kilo melk) waarschijnlijk geen sprake is van schending van de genoemde wet.
Daarvoor haalt ZuivelNL twee overwegingen aan. Ten eerste gaat het om een relatief kleine contributie, een promillage van de prijs per 100 kilo. Bovendien wordt de opbrengst besteed aan doelen die de melkveehouderij vooruit moeten helpen, zoals kwaliteitsverbetering. Bij oneerlijke handelspraktijken gaat het meestal om kwesties waarbij bijvoorbeeld kleine partijen onevenredig zwaar worden belast of regelrecht worden gedupeerd door grote inkopende partijen, zo is de gedachte.
Geen AVV ten grondslag aan contributie
Of de regeling ACM-proof is, dan wel of de rechter ZuivelNL in een eventuele juridische procedure gelijk zal geven of niet, staat niet bij voorbaat vast. De heffing die van melkveehouders wordt gevraagd, vindt niet plaats op grond van een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV), zoals bij andere branche-organisaties. De contributie wordt geïnd op grond van private regelingen, door de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), de het geld vervolgens doorsluist naar ZuivelNL. De dertien NZO-leden dragen zelf ook nog 2 cent per 100 kilo melk bij.