Naast grote hoeveelheden zuivel importeert China de laatste jaren ook steeds grotere hoeveelheden ruwvoer voor de eigen melkproductie. In de noordelijker regio's van het land staan grote boerderijen met veel hoogproductief vee, maar water en goed voer zijn soms een probleem.
Daarom importeert China grote hoeveelheden luzerne en ander hooi, naast diverse krachtvoergrondstoffen. De grootste volumes luzerne komen uit de Verenigde Staten.
China koopt behalve in de VS en Canada ook grote volumes ruwvoer in Australië, Canada, Zuid-Amerika en zelfs in landen als Turkije.
In geld uitgedrukt lijkt de ruwvoerhandel niet spectaculair, maar de volumes zijn groot. In november vorig jaar alleen importeerde China volgens de Amerikaanse fouragehandel zo'n 127.000 ton luzerne uit de VS, en dan was dit zeker geen topmaand.
Veestapel naar 6,4 miljoen melkkoeien
Met de nog steeds verder groeiende melkveestapel lijkt de importbehoefte aan voer alleen maar toe te nemen. Volgens Amerikaanse gegevens telt China nu ongeveer 5,8 miljoen melkkoeien, maar zal de melkveestapel bij het huidige groeitempo door stijgen naar 6,4 miljoen dieren per eind 2022.
Wat dit doet met de productiekosten van melk, laat zich raden, maar de Chinese melkveehouderijketen lijkt niet volgens puur economische wetten te werken. De overheid stimuleert een hoge zelfvoorzieningsgraad, maar dan wel met behulp van geïmporteerde grondstoffen, terwijl er intern ook sprake is van een soort prijsregulering bij de verkoop van melk.