Duitse melkveehouders komen nog altijd vele centen per kilo tekort op hun melkgeld, ondanks de opgelopen uitbetaalprijzen. In oktober vorig jaar ging het nog om krap €8,70 per 100 kilo, ofwel 19% van de kosten, zo stelt het Duitse Büro für Agrarsoziologie und Landwirtschaf (BAL). Dat komt vooral omdat de kostenontwikkeling ook niet stilstaat. Het tekort daalt wel ten opzichte van voorgaande jaren.
Het BAL berekent steeds de productiekosten van melk in opdracht van de European Milk Board (EMB).
Goed is de situatie in de ogen van het BAL en de EMB dus niet, maar de situatie is toch bepaald minder slecht dan in de drie jaren ervoor, zo blijkt uit de gegevens.
In 2017 werden 13% van de kosten niet gedekt, wat toen neerkwam op €5,77 per 100 kilo. Dat was een relatief gunstig moment, vrijwel vergelijkbaar met het jaar 2014. In de tussenliggende jaren werd een veel groter deel van de kosten niet gedekt. In 2020 werden in Duitsland zo'n 30% van de kosten niet gedekt, wat neerkwam op een bedrag van €13,93 per 100 kilo.
Het BAL heeft op dit moment geen vergelijkende gegevens voor andere EU-lidstaten. Een rapport met vergelijkende cijfers over de ontwikkeling van de melkinkomsten en de kostprijs in andere EU-lidstaten kent 2019 als meest recente jaar.
De Dutch Dairymen Board (DDB) die lid is van de EMB, publiceert wel steeds maandelijkse spotnoteringen van rauwe melk, poeders en dergelijke, maar die zijn niet gebaseerd op uitbetaalprijzen van Nederlandse verwerkers. Ook is daarbij geen actuele kostprijsberekening meegenomen.