Waar in Europa veel melkveehouders zuchtten onder de druk van hoge voerprijzen, voelden Amerikaanse melkveehouders zich het afgelopen jaar veel rustiger. Dankzij het Dairy Margin Coverage-programma.
Deze van overheidswege gesubsidieerde margeverzekering hielp vorig jaar naar schatting 75% van alle Amerikaanse melkveehouders om het bedrijf draaiende te houden. Dairy Margin Coverage (DMC) is geen verzekering tegen lage melkprijzen, en dus helpt het niet tegen alle risico's. Daarbij is voornamelijk bedoeld voor de kleinere en middelgrote bedrijven, tot een jaarproductie van 2,3 miljoen kilo melk. Wel helpt de verzekering om een vaste marge tussen voerkosten en opbrengsten veilig te stellen en hoeven melkveebedrijven om die reden niet door het ijs te zakken. De marge wordt maandelijks berekend volgens een vaste formule.
Ruim 1,1 miljard steun in eerste aanleg
Dat het programma in het voorbije jaar zijn diensten heeft bewezen, mag blijken uit de bedragen die zijn uitbetaald. Volgens de laatste gegevens van het het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) was tot en met november zo'n $1 miljard aan steun uitbetaald. De Amerikaanse NZO, de NMPF, schat dat over heel het jaar zo'n $1,1 miljard wordt uitgekeerd. Door de oplopende melkprijzen in 2021 hoefde tegen het einde van het jaar wel steeds minder steun te worden uitbetaald.
Aangezien 2021 een heel matig melkprijsjaar was, heeft de overheid recent besloten om een aanvullend steunpakket goed te keuren. Dat pakket kan met terugwerkende kracht worden uitbetaald aan bedrijven die vorig jaar melk produceerden. Dit pakket, ter waarde van $580 miljoen, is beschikbaar voor de melkveebedrijven die voor het afsluiten van een DMC-verzekering nog moesten uitgaan van een oude en lagere productie-referentie.
Doordat veelbedrijven dankzij het programma niet echt in de moeilijkheden hoefden te komen, kon de melkproductie goed op peil blijven en zelfs iets stijgen: van ruim 101 miljard kilo in 2020 naar 102,6 miljard kilo, zo meldt de USDA.