Veehouders zijn op het moment aan de voorzichtige kant met het afvoeren van mest. Marges in met name de varkenshouderij staan onder druk en het devies is: zo min mogelijk kosten maken. Voor de wat langere termijn kijken veehouders en handelaren ook met een schuin oog naar de ontwikkeling op de kunstmestmarkt.
Varkenshouders zijn voorzichtig met het afvoeren van mest. De varkensprijzen zijn matig, terwijl de kosten voor bijvoorbeeld voer en energie fors gestegen zijn. Die combinatie drukt zwaar op de liquiditeit van veel varkensbedrijven. Wat moet dat moet, maar als er voldoende opslagruimte is stellen varkenshouders het afvoeren van mest en de daarmee gepaard gaande kosten liever nog even uit.
In de rundveehouderij is het gevoelsmatig wat drukker met de afvoer van drijfmest volgens verschillende insiders. Er zijn nog wat bedrijven met een overschot op de mineralenbalans die in de laatste weken van het jaar mest afvoeren. Deels gaat het daarbij om drijfmest, maar er is ook een deel dat gescheiden wordt om vooral voldoende fosfaat af te voeren.
Voorjaar maakt of breekt mestafzet
Op de achtergrond spelen de relatief hoge kunstmestprijzen ook een rol op de dierlijke mestmarkt. Dat zou komend voorjaar voor extra vraag naar drijfmest kunnen zorgen. Handelaren en commissionairs merken nog niet dat er direct meer vraag is vanuit de akkerbouw, maar veehouders lijken daar wel een beetje op voor te sorteren door nu in elk geval niet meer mest af te voeren dan strikt noodzakelijk. Insiders waarschuwen dat daarmee wel een gok wordt genomen. Drijfmest kan bijvoorbeeld in tarwe goed als vervanger voor dure kunstmest ingezet worden en vanuit de akkerbouw is daar ook zeker extra belangstelling voor. Als het komend voorjaar droog verloopt waardoor loonwerkers een voldoende lange periode hebben om te sleepslangen in de tarwe, vindt de mest makkelijk een bestemming. Blijft het lang nat dan kan de afzet tegenvallen. De capaciteit is er dan simpelweg niet om alle mest uit te rijden waar wel de vraag voor is.