Erisman maakt draai van uitkoop naar investeren

Erisman oefent als deskundige en meedenker in de beleidsontwikkeling grote invloed uit op de aanpak van de stikstofproblematiek. Hij pleit er nu voor dat boeren zich minder op volumeproductie gaan richten, maar meer op toegevoegde waarde. Zo geeft hij aan: minder koeien, meer verdienen aan de melk of het vlees. Als een voorbeeld noemt hij de boeren op Schiermonnikoog. Erisman vindt ook dat de overheid boeren moet helpen om zo'n omslag te maken naar 'minder, maar beter', bijvoorbeeld met een omschakelings- of innovatiesubsidie. 

Dat Erisman van mening is veranderd, komt hem in een aantal kringen op kritiek te staan. De hoogleraar geeft echter aan dat hij nu beseft dat uitkoop financieel gezien wellicht minder aantrekkelijk is voor het Rijk (en daarmee ook de belastingbetaler), terwijl het degenen die moeten worden uitgekocht ook weinig vreugde en toekomstperspectief oplevert. Als dat anders kan, is dat ook winst, zo geeft hij aan.

In veel informele werkgroepen betrokken
De Leidse hoogleraar was het laatste jaar intensief betrokken bij het bedenken van oplossingen voor de stikstofproblematiek in de landbouw.  Zo zat hij met onder meer Cees Veerman en oud Wageninger Krijn Poppe in diverse informele werkgroepen waarin werd nagedacht over de grootschalige herinrichting van het platteland. Ook daarin werd volop gesproken over op- en uitkoop van boerenbedrijven ten behoeve van natuur en/of om de stikstofuitstoot te beperken. 

Samen met onder meer LTO-voorzitter Sjaak van der Tak en Bart Kemp van Agractie overlegde deze groep ook met demissionair minister Carola Schouten en minstens éénmaal ook met demissionair premier Mark Rutte over deze zaken. Van der Tak en Kemp hebben bij de vrijgave van de documentatie gevraagd om hun namen te laten anonimiseren, maar verschillende bronnen bevestigen hun deelname.

Erisman is naast beleidsprofessor voor stikstofzaken ook actief als lid van de Gezondheidsraad en de Raad voor Dierenaangelegenheid.