De handel in ruwvoer loopt vrij soepel op het moment volgens verschillende fouragehandelaren. De vraag naar voer is er dus zoeken naar klanten is niet nodig. Vooral bijproducten vinden vlot een koper.
De relatief hoge - en nog steeds stijgende - graanprijzen werken verder en verder door op de voermarkt. Het meest direct is dat te merken in de brokprijzen, maar doordat veehouders beter betaalbare alternatieven voor krachtvoer zoeken sijpelt het effect ook door in andere segmenten van de voermarkt. Dat is vooral goed te merken in de goede vraag naar bijproducten, met als gevolg stijgende prijzen.
Bijproducten blijven koopwaardig
Ondanks dat producten als stoomschillen, persvezel of bierbostel relatief duur zijn blijven ze concurrerend. De vraag blijft daardoor onverminderd goed. Verschillende handelaren geven aan nog wel meer kwijt te kunnen dan wat er nu voorhanden is. De DCA-Indicatieprijs van bierbostel is deze week met €0,10 gestegen naar €3,10 per procent droge stof.
Het aanbod voeraardappelen blijft beperkt. De verwerkende industrie heeft de gang erin en kijkt volgens verschillende handelaren wat minder kritisch naar de kwaliteit van de aardappelen. Dit in tegenstelling tot een jaar met veel aanbod. De DCA-Indicatieprijs voor voeraardappelen blijft op €45 per ton staan.
Variatie in kwaliteit stro
De vraag naar stro blijft redelijk tot goed. Alleen de kwaliteit van het stro dat voorhanden is wisselt nogal. Een deel van het stro is grauw en kort. Niet alle klanten zitten daar op te wachten. Zeker klanten die stro kopen om bij te voeren in het rantsoen, of als strooisel voor geiten, zijn kieskeurig. Een deel van die vraag wordt ingevuld met Spaans stro. De transportkosten vanuit Spanje zijn de afgelopen weken gestegen doordat transportbedrijven meer lucratieve retours dan stro kunnen krijgen. Dat is in de stroprijzen te merken. De DCA-Indicatieprijs voor zowel tarwe- als gerstestro komt uit op €130 per ton. Dat is €5 hoger dan vorige week.
De handel in graszaadhooi trekt gevoelsmatig iets aan volgens enkele fouragehandelaren. Aanbod van goed Nederlands graszaadhooi is er weinig. Daarom komt er het nodige graszaadhooi uit Denemarken. De DCA-Indicatieprijs blijft stabiel en loopt van €130 per ton voor Engels raai, €140 per ton voor veldbeemd en rietzwenk tot €150 per ton voor roodzwenk. Vraag en aanbod naar weidehooi blijven mooi in evenwicht. Het is niet druk, maar de meeste handelaren hebben toch elke week wel verscheidene vrachten. De DCA-Indicatieprijs staat op €180 per ton.
Wel vraag maar niet veel handel in kuilgras
Kuilgras wordt niet veel verhandeld, maar dat wil niet zeggen dat er geen vraag is. Met name in het zuiden van het landen zijn er wel kopers. Het aanbod van goed kuilgras houdt alleen niet over. Deels komt dat doordat veehouders erg voorzichtig zijn met aanbieden, maar volgens verschillende handelaren speelt ook mee dat de voederwaarde in de kuil niet overal top is.
In snijmaïs is nauwelijks handel. Aanbod van maïs op stam of achter de hakselaar is er vrijwel niet meer en het is nog te vroeg voor aanbod vanuit de kuil. Voor zover er handel gedaan wordt gaat het om kleine partijen. Vaak om een paar weken te overbruggen tot de nieuwe kuil geconserveerd is. De DCA-Indicatieprijs voor snijmaïs staat op €70 per ton.