Een omschakeling in de Europese melkveehouderij naar 25% biologische productiemethoden, zoals gewenst door de Europese Commissie, komt in Nederland neer op een verlaging van de melkproductie met 9,8%.
Bovenstaande hebben Greenmark Dairy Ingredients en Orrani Consulting berekend, aan de hand van de 'Farm-to-Fork'-strategie van de Europese Commissie. De omschakeling naar biologische melkveehouderij betekent direct al een lagere melkproductie per hectare. In de gangbare landbouw komt de melkproductie per hectare uit op 16.230 kilo, in de biologische landbouw is dat 7.330 kilo per hectare. Als een kwart van de Nederlandse melkveehouderij tegen 2030 biologisch is, dan wordt bijna 1,3 miljard kilo melk minder geproduceerd.
Wanneer de Nederlandse situatie wordt overgezet naar de Europese Unie als geheel (inclusief het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland), dan daalt de totale melkproductie met 17,8%, oftewel met een kleine 25 miljard kilo.
Wat betekent het?
Wat dit precies betekent voor het aantal boeren in de Europese Unie is moeilijk te zeggen. Mogelijk gaan de inkomens bij de melkveehouders die blijven omhoog, maar niet per se bij degenen die al op biologische wijze boeren. Biologische melk brengt een hogere prijs op dan gangbare melk. Vaak is het ook zo dat, hoe kleiner de biologische productie is in een land, hoe hoger de opslag is voor biologische melk. Waar de biologische sector al een groter aandeel heeft in de productie, zoals in Oostenrijk of Denemarken, daar is de meerprijs doorgaans lager.