Door de wisselende weersomstandigheden dit groeiseizoen is de maïs dit jaar gemiddeld in Nederland later rijp. Het advies is vanzelfsprekend om maïs altijd rijp te laten worden, maar wat is hiervoor de reden? Wat kunnen de verliezen zijn bij toch vroeger oogsten? We hebben voor u een en ander kort uitgelegd en de globale (dervings)kosten op een rij gezet.
Iedereen kent het belang van gezonde, voeding met voldoende voedingsstoffen. Dat ons eten ook smakelijk is, is belangrijk voor de eetlust. Afgelopen jaar zagen we door corona veel mensen die hun reuk en smaak verloren waren. Hierdoor smaakte het eten belabberd en ging ook de gezonde trek verloren. Voor herkauwers is dit niet anders. Bij onrijpe maïs bijvoorbeeld is de kans op sapverliezen groter en zal de pH vaak lager zijn. Herkauwers lusten dat minder graag, waardoor ook de opname lager ligt. Schimmelvorming in de kuil kan ook de eetlust van uw herkauwers beïnvloeden.
Wanneer spreken we van te vroege oogst?
Bij te vroeg oogsten spreken we van een drogestofgehalte van 32% of minder. Bij die maïs gaat een stuk opbrengst verloren door minder drogestofopbrengst en gemiddeld een lager zetmeelgehalte. Dit resulteert in een lagere voederwaarde van de maïs, wat ten koste gaat van de melkproductie. Uit voederproeven van de WUR is gebleken dat de benutting van hoogproductieve koeien hoger is bij een ds-gehalte van 36% in plaats van 30%. Het zetmeelgehalte is hoger en ook het bestendig zetmeelgehalte dat niet in de pens, maar pas in de darm wordt afgebroken, is hoger. Dit geeft een betere benutting, wat resulteert in een hogere melkproductie.
Wanneer te laat en wat is ideaal tijdstip voor maïsoogst?
We spreken van een te late oogst bij een ds-gehalte rond de 40% of hoger. Dat zagen we de voorgaande drie jaar regelmatig gebeuren. De maïs is dan te droog. Dit zorgt ervoor dat het moeilijker is om de kuil goed aan te drukken. Er blijft meer lucht in de kuil en de bewaring verloopt slechter. Het risico op broei en schimmelvorming is dan een stuk groter. Ook dit resulteert in een verlies aan voederwaarde en een lagere opname door de koeien. Overrijpe maïs bevat ook minder suikers die de voedingsbodem zijn voor de melkzuurbacteriën die nodig zijn voor een goede conservering van de maïskuil. Beide gevallen zullen dus geld kosten. Het ideale moment om de maïs te oogsten is wanneer het drogestofgehalte tussen 35% en 38% ligt.
En wat kost te vroeg oogsten?
Vanuit de grafieken hieronder is af te lezen wat te vroeg oogsten (circa 28% ds) ten opzichte van oogsten bij een ideaal drogestofpercentage (circa 36% ds) kost:
Een berekening: wat kan te vroeg oogsten kosten?
Met de huidige hoge grondstof- en mengvoederprijzen is het belang van, als de omstandigheden het toelaten, op het juiste moment oogsten nog belangrijker geworden! Moeten corrigeren van de kuil kan immers flink extra kosten met zich meebrengen voor extra krachtvoer.
Een voorbeeld als we kijken naar een lagere VEM door te vroeg te oogsten:
Een kuil met 36% drogestof en 960 VEM = 2.100 x 960/460 = 4.382 liter melk
Een kuil met 30% drogestof en 945 VEM = 2.100 x 940/460 = 4.314 liter melk
Resultaat:
15 VEM minder/kg ds = 68 liter minder melk =
+/- € 24 minder/koe/lactatie
(bij een melkprijs 1 liter melk = € 0,35)