De melkveehouderij en zuivelindustrie in de EU staan in de komende jaren voor een lastige opgave. Ze moeten zowel beter lokaal en regionaal ingebed raken, als beter kunnen meedraaien in de internationale context. Een van de gevolgen is een verminderde concurrentiekracht.
Ondertussen moeten ze vooral voldoen aan strengere eisen op gebied van klimaat en bodem. Ze moeten minder broeikasgassen uitstoten en de stikstofemissies beperken. Dit zei Roel Jongeneel vrijdag (1 oktober), onderzoeker van Wageningen Universiteit, op een congres van de Europese zuivelkoepel EDA in Brussel.
Zuivelproductie omlaag
Waar dit precies op uitdraait voor de melkveehouderij en de zuivelsector in de diverse delen van Europa, is volgens Jongeneel nog niet te zeggen. Wel is duidelijk dat de productie gaat dalen. Volgens een doorrekening die het Europese Joint Research Centra (JRC) heeft gedaan van de Farm-to-Fork strategie, daalt de zuivelproductie met 12%. Daardoor wordt het ook moeilijker concurreren op de wereldmarkt. De gemiddelde zuivelprijzen gaan echter met 17% stijgen, zo is uitgerekend. Volgens het Duitse Institut für Ernährungswirtschaft stijgen ze zelfs met 36%.
Of dat ook echt gaat gebeuren, is nog maar de vraag, gaf Jongeneel aan. Belangrijk is ook waar de sterkste veranderingen gaan plaatsvinden in de melkveehouderij en de zuivel. Wie profiteert en wie lijdt vooral schade? Zijn dat de producenten en verwerkers in de huidige concentratiegebieden - die ook de meeste emissies veroorzaken - of hun collega's elders?
Veel minder bedrijven
Duidelijk is dat de veranderingen gepaard gaan met een sterke reductie van het aantal agrarische melkveebedrijven. Hun aantal in de Europese melkveehouderij daalde de laatste jaren met gemiddeld 6%. Terwijl het gemiddelde aantal koeien maar met ongeveer 2% afnam en de melkproductie per jaar met ongeveer 1,5% toenam. Die laatste trend wordt dus worden omgedraaid door de Farm-to-Fork strategie, de andere twee trends niet.
Kansen kleine verwerkers
In de zuivelindustrie profiteren - zo wordt verwacht - ondertussen de kleinere verwerkers profiteren van de veranderingen, net als de grote zuivelbedrijven met een sterke en gevarieerde merkenportefeuille. De grote verwerkers met een smaller productpakket en minder merken krijgen het zwaarder.