De Nederlandse melkaanvoer lag de eerste paar maanden van het jaar doorgaans onder het niveau van vorig jaar. Over de maand mei wordt een kleine inhaalslag gemaakt en is er geen negatief verschil ten opzichte van de melkproductie van vorig jaar.
Over de maand mei hebben Nederlandse melkveehouders in totaal iets meer dan 1.213.200 ton melk geproduceerd, zo blijkt uit de cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar is dit een stabiele ontwikkeling. Wel ligt de productie 0,6% boven het niveau van 2019. Wanneer de melkproductie wordt vergeleken met het 5-jarig gemiddelde, dan loopt deze in mei met 1% achter.
Het vetpercentage ligt met 4,41% wel boven het niveau van vorig jaar. Destijds was het percentage namelijk 4,34%. Wel is het percentage gedaald in vergelijking met de voorgaande maand. In april lag dat namelijk op 4,53%.
Dat de melkproductie gedurende de eerste maanden onder het niveau van vorig jaar bleef, heeft grotendeels te maken met de weersomstandigheden. Die maakten het moeilijk om de melkaanvoer op te krikken. Inmiddels zijn de weersomstandigheden een stuk beter en dit is dan ook terug te zien in een positievere ontwikkeling van de melkaanvoer.
Uitsmeren melkproductie
Het jaarlijkse seizoensmatige piekmoment van de melkaanvoer is inmiddels bereikt. De zuivelhandel heeft echter de indruk dat de productie minder snel weer daalt uit deze piek dan in andere jaren. Dit kan te maken hebben met de huidige gunstige weersomstandigheden, maar wellicht ook met de gedachte dat melkveebedrijven met de huidige melkprijzen een extra inspanning doen in de melkproductie. De ruwvoervoorraden zijn echter niet ruim en de voerprijzen erg hoog, wat het rendement van het melkveebedrijf niet bevordert. Dit kan melkveebedrijven juist ontmoedigen om extra te melken.