De kalverhouderij wordt alsmaar verder in het nauw gedreven. Een onderzoek, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, toont dat de kalvermesterij zoals die nu wordt vormgegeven, op termijn moet verdwijnen. In de toekomst moeten de kalveren langer of zelfs helemaal bij de melkveehouders blijven en wordt import aan banden gelegd. Dat schrijft NOS, die een conceptversie in handen heeft.
Van alle geboren kalveren in Nederland gaat ongeveer 70% richting de vleesindustrie. Jaarlijks worden in ons land 1,5 miljoen kalveren geslacht, waarvan de helft vanuit het buitenland wordt geïmporteerd. Het vlees dat vervolgens wordt geproduceerd, blijft echter niet in Nederland. Zo'n 90% wordt geëxporteerd. Het is een greep uit de kritieken op de kalversector. Ook wordt gesteld dat de mestproductie van vleeskalveren tot negatieve gevolgen voor het milieu en klimaat leidt en ook het langdurige transport van kalveren kan niet op veel waardering rekenen
Na een laatste akkefietje in 2019 over de verduurzaming van de sector en de financiële voorwaarden die daarbij werden aangedragen, besloot demissionair landbouwminister Carola Schouten een onderzoek te laten doen naar de sector. De 'Scenariostudie Kalverketen', waarvan NOS een conceptversie in handen heeft, drijft de gehele sector in het nauw. "De beperkte afzet in Nederland, in combinatie met de import van kalveren, maakt dat de 'license to produce' behoorlijk onder druk staat", aldus de onderzoekers.
Situatie niet voldoende verbeterd
De situatie in de kalverhouderij is in de afgelopen jaren op veel punten verbeterd, maar het is nog onvoldoende, stellen onderzoekers volgens de NOS in het rapport. Zo stellen zij dat het sterftecijfer onder de kalveren nog te hoog is doordat moedermelk niet wordt toegediend, dat de gezondheid onder druk staat door de langeafstandstransporten vanuit de Baltische staten en dat resistente bacteriën als gevolg van overmatig antibioticagebruik nog altijd een groot probleem is. Daarom hebben de onderzoekers voor de komende jaren 3 scenario's opgesteld.
In het eerste toekomstplan blijven kalveren op het melkveebedrijf, wordt weidegang gestimuleerd, krijgen ze onbeperkt drinken en zachte, grotere ligplaatsen en mag het transport richting het slachthuis niet langer dan 4 uur duren. Als bedrijven kalveren willen importeren, moeten in dat land dezelfde leefomstandigheden worden gevraagd. Kortom: "De bestaande kalvermesterijen verdwijnen, net zoals de verzamelcentra en de langeafstandstransporten."
In het tweede toekomstplan blijven de kalveren minimaal 3 maanden op het bedrijf. Vervolgens mag het kalf richting een mesterij. "Samenwerking tussen de melkveehouder en de kalfsvleessector moet zorgen voor een verbetering van de gezondheid en het welzijn van de kalveren. Import is ook in dit plan alleen mogelijk als het land van herkomst dezelfde eisen hanteert." De kalverhouderij wordt in dit scenario overigens wel flink ingekrompen.
Het derde toekomstplan sluit aan bij de plannen van kringlooplandbouw en gaat uit van een regionale korte keten. De transportafstand van het melkveebedrijf naar de kalverhouder wordt maximaal 100 kilometer. De instroom naar de kalversector gaat naar behoefte per kalf. "Met andere woorden: de kalverhouders moeten zich in dit plan meer over Nederland verspreiden en import is alleen mogelijk in de grensstreken van onze buurlanden."
Problemen voorzien
Volgens verschillende insiders leveren de scenario's meer problemen op dan voorzien. Zo hebben alle scenario's bijvoorbeeld ook gevolgen voor de huidige fosfaatregelgeving. Kort gezegd zou het kunnen betekenen dat ongeveer 10% tot 15% van de rechten moet worden gebruikt om kalveren op te fokken. Daarmee wordt de krimp van de melkveestapel stevig doorgezet.
Economische consequenties niet doorberekend
Ook de financieel-economische consequenties van de toekomstplannen zijn nog niet berekend. Volgens insiders is de stoppersbereidheid onder kalverhouders al groot. Dit zal in de toekomst alleen maar toenemen. De verwachting is dan ook dat de kalvermesterij zich verplaatst naar landen in het oosten van Europa, waar de 'Nederlandse manier van werken' gewoon doorgezet wordt.
Het onderzoeksrapport kan weleens een langslepend debat tot gevolg hebben. De verwachting is dan ook dat het demissionair kabinet er geen besluit meer over zal nemen. Kortom: het nieuwe kabinet heeft er nu al een hoofdpijndossier bijgekregen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10891414/kalverhouderij-verder-in-het-nauw-gedreven]Kalverhouderij verder in het nauw gedreven[/url]
de geschiedenis is zich aan t herhalen. afbraak in 1915-1939 gevolgd door 40-45.
toen werd ook 1 bevolkingsgroep geëlimineerd. was ook een zwarte bladzijde.