De voederbietenteelt stijgt weer in populariteit. Dat is niet zo vreemd, want voederbieten hebben een hoge VEM- en DVE-waarde en brengen veel op. In België heeft het onderzoeksinstituut ILVO de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar de voederbiet. Daaruit blijkt dat het gebruik van voederbieten in het rantsoen zorgt voor een verhoogde ruwvoeropname en een mogelijke besparing op krachtvoer.
In Nederland steeg het areaal voederbieten het afgelopen jaar met 500 hectare naar ongeveer 3.000 hectare. Leuk historisch feit: in de jaren veertig lag het areaal op 44.000 hectare. In België ligt het areaal met bijna 20.000 hectare fors hoger. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Belgische ILVO zich bezighoudt met deze teelt en hierover al veel kennis heeft vergaard.
Bekijk hier de aanbevolen rassen voederbieten voor Nederland
Verhoogde ruwvoeropname
Senior onderzoeker Johan de Boever is al vele jaren actief in het onderzoek naar de verteerbaarheid van veevoeders en de penswerking van de koe. Hij is er duidelijk over, de voederbiet past goed in het rantsoen. "Qua VEM en DVE overtreffen voederbieten de maïs- en graskuil. Het is 10 procent eiwitrijker dan maiskuil."
Uit onderzoeken van het instituut blijkt ook dat de totale ruwvoeropname verhoogd wordt met de toevoeging van voederbieten aan het rantsoen. Met toevoeging van 3,5 kg ds uit voederbieten (23 kg met 15% ds) werd er weliswaar iets minder gras- en maïskuil opgenomen, maar werd in totaal 0,5 kg ds meer van het ruwvoerrantsoen opgenomen. Dit geeft mogelijkheden om krachtvoer te besparen, aldus De Boever.
Jaarrond voeren
ILVO startte in 2013 weer actief met onderzoek naar voederbieten. "Er werd nieuw onderzoek opgezet om te kijken hoe de bewaring van dit voor veehouders interessante gewas kon worden verbeterd. Want het inkuilproces was duidelijk een bottleneck voor de populariteit van de biet bij veehouders", vertelt De Boever. "Veehouders willen jaarrond een constant rantsoen. En met de opslag van alleen bieten was dit niet mogelijk. "Bieten worden vaak met maïs ingekuild, maar de oogst van maïs en voederbieten loopt niet helemaal synchroon. Op het moment van de maïsoogst zijn de bieten nog niet volgroeid. Eind oktober zijn ze pas volledig afgerijpt."
Bij de zoektocht naar betere opslag werd vooral de combinatie met perspulp en bietenpulp geschikt bevonden. "Deze producten bevatten pectine die het overtollige sap van de bieten opnemen, zo voorkom je verliezen", aldus De Boever. "En door de komst van de 'slurfsilo's' waar het product luchtdicht in verpakt kan worden, heeft de populariteit van voederbieten weer een enorme vlucht genomen."
Makkelijker oogsten en minder ziekte
De voederbietrassen evolueren ook, aldus De Boever. Veredelaars hebben stappen gezet in voederkwaliteit, vorm en stand van de bieten. Ook de technieken om de bieten tijdens het rooien te reinigen zijn verbeterd. Reinigen is ook belangrijk. Vooral op zware grond is dit gewenst. "Je moet voorkomen dat je met de grond ook boterzuur in de kuil krijgt", benadrukt de onderzoeker.
Ook op het gebied van ziekteresistentie is de nodige vooruitgang geboekt. Het gewas is gevoelig voor aantasting van Rhizoctonia, ook wel wortelrot genoemd. Dit rottingsproces gaat ook in de kuil door. Door veredeling zijn de huidige rassen hier volgens De Boever veel beter tegen bestand.
Minder nitraatuitspoeling
Er is nog een interessant positief effect van de voederbietenteelt, vertelt De Boever. "Uit praktijkproeven bleek dat de bieten in staat zijn om stikstof residuen uit de grond te halen. En hiermee dus uitspoeling van nitraat te voorkomen." Ook in België is dit volgens hem een belangrijk onderwerp en één van de redenen waarom de voederbiet bezig is aan zijn opmars.