Tenminste de helft van alle kwetsbare natuur zou in 2030 gegarandeerd moeten zijn beschermd, zo blijkt uit de in oktober gepresenteerde Stikstofwet van landbouwminister Carola Schouten. Nu de rook van de aangenomen Stikstofwet is opgetrokken, blijkt de veehouderij veel meer en ook veel sneller te moeten reduceren.
Het politieke bestel in Nederland betekent compromissen sluiten,die ogenschijnlijk tegengestelde belangen bij elkaar brengen. Maar dat kan ook leiden tot besluiten waar vrijwel geen mens vertrouwen in heeft. De aangenomen Stikstofwet is daar een dramatisch voorbeeld van. Weliswaar is er met name door de inzet van de SGP in de Tweede Kamer eindelijk zicht op een doorbraak in het PAS-melder dossier. Want er is een legalisatieprogramma vastgelegd in de vorige week donderdagavond aangenomen Stikstofwet in de Tweede Kamer.
40% resultaatverplichting in 2025 onderbelicht
Bovendien werden een serie moties en wetswijzigingen aangenomen, in lijn van LTO voorstellen, die de pijn van de Stikstofwet verzachten. Vooral het CDA en de VVD namen hierbij het initiatief. Zoals de verplichting rekening te houden met vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied bij het handhaven van natuurherstel doelen. Ook is er een wetswijzing opgenomen in de Stikstofwet over depositie vanuit het buitenland. Als blijkt dat er onvoldoende reductie plaatsvindt in het buitenland die de natuurherstel doelstellingen in Nederland in de weg staan, vervalt de resultaatverplichting voor natuurherstel in de aangenomen Stikstofwet.
Maar juist deze resultaatverplichting maakt de Stikstofwet onhaalbaar, is de breed gedragen conclusie in de agrarische sector. Het politieke stikstofakkoord van de minister met de oppositiepartijen SP, 50Plus en SGP heeft geresulteerd in een zwaarder reductiedoel voor 2035, stelt LTO vast. Op de langere termijn vreest de agrarische belangenorganisatie voor een onhaalbare doelstelling en een herhaling van zetten in het PAS-dossier.
Ook op de korte termijn is de Stikstofwet vermoedelijk onhaalbaar. Dit is echter nauwelijks aan de orde gesteld. Het politieke stikstofakkoord houdt namelijk niet alleen een aanzienlijk verscherpte doelstelling op lange termijn maar ook op korte termijn in. Bij de presentatie van de Stikstofwet in oktober van dit jaar was er nog geen sprake van een tussentijds reductiedoel in 2025. Maar nu is er wettelijk vastgelegd dat minimaal 40% van de kwetsbare natuur niet in 2030 maar al in 2025 gegarandeerd beschermd moet zijn.
Emissiearme stal niet op korte termijn
Dat gaat sowieso niet lukken met investeringen in emissiearme stallen, die drijfmest bij de bron scheiden. Ook al zijn er verschillende moties aangenomen die de provincies de kans geven te sturen met de opkoopbudgetten richting investeringssteun.
2025 komt namelijk te vroeg. Eerst moeten borgbare meetsystemen worden ontwikkeld en ook is er breed besef dat deze oplossingsrichting de kostprijs fors kan verhogen. Nieuwe stalsystemen die de emissie bij de bron aanpakken moeten haalbaar en betaalbaar zijn. Naarmate er meer budget van de vrijwillige opkoopregelingen richting investeringssubsidies wordt geschoven biedt deze oplossingsrichting meer perspectief. Maar dus niet voor de nieuwe vergaande resultaatverplichting over slechts vijf jaar.
Op de korte termijn resteert, naast de vrijwillige opkoop van veehouderijbedrijven, het pakket aan managementmaatregelen. Vorige winter door het Landbouwcollectief opgesteld. De meningen verschillen over de emissiereducerende effecten van dit pakket aan maatregelen. Volgens LNV minister Carola Schouten zal de komende jaren blijken of de agrarische sector voldoende resultaat weet te boeken met managementmaatregelen. Zo niet dan dreigt minimaal extra afroming van fosfaat-en stikstofrechten. Weliswaar werd een motie van Pvda'er Moorlag voor extra afroming nu nog niet aangenomen, maar het signaal is duidelijk.
Molensteen
Het Aerius-model waarmee de stikstofbelasting van kwetsbare natuur berekend wordt, moet beter. Dat heeft het onderzoek van de commissie Hordijk duidelijk gemaakt. Biedt dat nog een uitweg? Er moeten andere modellen waar in het buitenland gebruik van wordt gemaakt aan het Aerius model worden toegevoegd. Blijkt dit geen oplossing te bieden, dan is de kans groot dat de aanzienlijk verscherpte en ver naar voren gehaalde resultaatverplichting van de Stikstofwet een molensteen om de hals van de veehouderijsector wordt.