Ondanks alle aandacht voor verduurzaming is intensiveren van de melkproductie per hectare nog steeds eenvoudiger te begroten dan extensivering. Rabobank sectorspecialist Marijn Dekkers schetst de dilemma's rondom de onder druk staande marges en de financieringslast in de melkveehouderij.
De Nederlandse melkveehouderij moet verduurzamen door de melkproductie per hectare te verminderen. Dat geluid is vanuit de maatschappij en de politiek steeds vaker te horen. Maar de winstmarge staat al langere tijd, ook internationaal gezien, onder druk. Extensivering van de melkveehouderij zet de marge nog veel meer onder druk. Dat blijkt uit berekeningen van Alfa Accountants.
Verlaging van de melkproductie per hectare van 20.000 naar 15.000 liter per hectare verlaagt ook de marge met maar liefst €0,03 per liter geproduceerde melk. En het ligt niet voor de hand dat met een stapeling van premies door overheden en marktpartijen voor verduurzaming méér dan €0,03 per liter melk kan worden gecompenseerd. Grond aankopen is al helemaal niet rendabel te rekenen. Bij een grondprijs van meer dan €20.000 per hectare kan extensivering al niet meer uit, terwijl de reële grondprijzen de €50.000 per hectare in grote delen van Nederland ver te boven gaan.
Financieringslast
Juist die torenhoge grondprijs is een belangrijke reden waarom de winstmarge in de Nederlandse melkveehouderij, in vergelijking met het buitenland, zo onder druk staat. De financieringslast is hierdoor veel hoger geworden dan in de landen om ons heen. De fosfaatrechten en de beperkte beschikbaarheid van relatief duur betaald personeel, nopen tot investeringen in dure automatisering en doen er nog een schepje bovenop.
De Nederlandse zuivelindustrie betaalt gelukkig een bovengemiddelde melkprijs uit. Maar de melkprijs in Nederland is niet goed genoeg om de melkveehouderij in zijn geheel aanzienlijk te verduurzamen, zegt melkveehouderij sectorspecialist Marijn Dekkers van de Rabobank. Oplossingen die de winstmarge en daarmee het verdienvermogen om te verduurzamen kunnen vergroten, zoals omschakelen naar biologisch en zelf zuivelen zijn wel een oplossing voor niches in de melkveehouderij, maar niet voor het totaal. De sector als geheel blijft voor het grootste deel afhankelijk van de reguliere retail en export. Ondanks dat de Nederlandse zuivelindustrie in de export vaak ook in de hogere segmenten actief is, betekent dit niet meteen een fors hogere melkprijs voor duurzame melk op exportmarkten, zegt Dekkers. Het kritisch beoordelen van de winstmarge die supermarkten boeken op zuivel beoordelen, is volgens Dekkers zeker nuttig.
In de melkveehouderijsector als geheel is zeker nog winst is te behalen door optimalisering van de bedrijfsvoering, geeft hij aan. Bovendien biedt het aantal stoppers de komende jaren, niet alleen vanwege opkoopregelingen, maar ook door de stijgende leeftijd in de agrarische sector, de blijvers milieugebruiksruimte. Maar deze vrijkomende ruimte wordt voor een groot deel weer teniet gedaan door woningbouw, infrastructuur en natuur, weet Dekkers ook.
De realiteit is dat niet veel meer dan een kwart van de melkveebedrijven voor financiering door de gevestigde banken in aanmerking komt, als het een groeifinanciering betreft. Dat terwijl intensiveren van de melkproductie per hectare nog steeds makkelijker begroot dan extensiveren, ondanks de ingevoerde wet grondgebondenheid. Rabobank bevestigt dat bedrijven die de melkproductie (tot boven de 20.000 liter melk per hectare) opvoeren, door groei in melkproductie nog steeds worden gefinancierd. Hierbij worden wel aanvullende duurzaamheidsaspecten op het gebied van emissie en biodiversiteit meegenomen evenals een sluitende 'voer voor mest kringloop' in de regio.
Politiek bewust van problematiek
Minister Schouten is zich ook van bewust van de financieringsproblematiek. In een Kamerbrief over omschakeling naar duurzame landbouw van medio november schrijft ze: 'De traditionele financiers zijn over het algemeen terughoudend met het financieren van omschakeling naar een duurzamere bedrijfsvoering. Die terughoudendheid wordt versterkt door de beperkingen van Basel III, waardoor de hoogte van de financiering in toenemende mate op basis van rentabiliteit en liquiditeit plaatsvindt in plaats van op vermogen (waaronder grond).'
Marijn Dekkers, Rabobank
Daarom stelt de overheid zich garant voor bedrijven die willen omschakelen naar duurzame (extensievere) kringlooplandbouw, met een borgstellingsfonds en een werkkapitaalregeling. Maar voor het gros van de melkveebedrijven is meer nodig dan deze regeling, die alleen perspectief biedt aan niches. "Als de animo te groot wordt, dan is het geen niche meer en verdwijnt het verdienmodel op de nichemarkt", zegt Marijn Dekkers: "Politici die het verdienmodel van duurzame veehouderij benadrukken realiseren zich niet dat dit alleen voor niches geldt. Op de een of andere manier zullen er publiek/private initiatieven moeten komen die voor de sector als geheel meer betekenen in het verdienmodel dan nu het geval is."
Landbouwakkoord
Biedt het aangekondigde Landbouwakkoord bij de behandeling van de stikstofwet in de Tweede Kamer vorige week misschien een uitweg? Dat kan Dekkers nog niet goed inschatten. Maar de melkveehouderij is zeker gebaat bij investeringszekerheid op lange termijn. "Stalinvesteringen hebben een looptijd van 20-30 jaar. Tussentijds is ingrijpende stalaanpassing naar emissievrij niet rendabel te rekenen."