Keukentafelgesprekken met adviseurs bieden beleidsmakers vooraf geen enkele juridische garantie dat er nationaal maar ook locatiespecifiek voldoende stikstof via het voerspoor wordt gereduceerd. Maar als ze eenmaal plaats hebben gevonden, kan het wel degelijk helpen om vergunningverleningen vlot te trekken.
Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport 'Stikstofreductie via krachtvoer'. Dit is een analyse in het kader van de Kamermotie voor een reductie van 3% ruw-eiwitgehalte in het krachtvoer.
Kamerdebat eind juni
De ministeriële voermaatregel is van tafel, waarmee een kort geding werd voorkomen. Ondertussen publiceerde het PBL de gevraagde doorrekeningen van de voermaatregel en het alternatieve sectorplan. Daaruit blijkt dat geen van beide plannen voldoende juridische zekerheid bieden, in vergelijking met de relatief kleine stikstofreductie dat ze op zouden kunnen leveren.
De doorrekening is uitgevoerd naar aanleiding van de motie Harbers (VVD) en Geurts (CDA), bij de behandeling van de ministeriële voermaatregel in de Tweede Kamer eind juni. De motie van SGP'er Roelof Bisschop, waarmee de ministeriële voermaatregel toen al van tafel had kunnen zijn, haalde het niet vanwege de tegenstem van de regeringspartijen.
Wie werkt er niet mee?
Een factor van belang bij het realiseren van voldoende stikstofreductie voor wegennet en woningbouw, is de bereidheid van veehouders om daadwerkelijk de voermaatregelen door te voeren. In het plan van minister Schouten werd van begin af aan gerekend dat 1 op de 6 veehouders de ministeriële maatregel niet daadwerkelijk al dit jaar zou hebben uitgevoerd.
Het alternatieve plan van aanpak van de agrarische sector rekent sowieso met vrijwilligheid. Alleen op basis van gesprekken aan de keukentafel tussen mengvoerleverancier en veehouder komt een plan van aanpak tot stand (dat in veruit de meeste gevallen ook daadwerkelijk gedeeltelijk of geheel zal worden uitgevoerd-red).
Vergunning koppelen aan resultaat
Als de vergunningverlening voor woning-en wegenbouw afhankelijk zou worden gemaakt van de start van deze gesprekken en het moment dat daadwerkelijk emissiereductie plaatsvindt, dan is er wel degelijk sprake van een goed handvat dat juridische zekerheid biedt.
Dat is een van de conclusies van het PBL na bestudering van het alternatieve plan van aanpak. Voor de ministeriële voermaatregel geldt dat er onzekerheden blijven bestaan of de effecten voldoende locatiespecifiek zijn, ook al kan er van tevoren met AERIUS bij benadering een inschatting worden gemaakt.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.