Zowel Nieuw-Zeeland als Australië lijken het melkseizoen van 2019/2020 af te sluiten met een hogere productie dan in voorgaand seizoen in de laatste maanden. Voor beide geldt wel dat ze over het hele jaar juist minder geproduceerd hebben dan het seizoen ervoor, zo blijkt uit een rapport van Fonterra.
Nieuw-Zeeland produceerde in juni van dit jaar 2% meer melk dan in juni vorig jaar. Australië doet daar een schepje bovenop met een productiestijging van 6% in mei ten opzichte van mei 2019. Kijkend naar het jaar rond laat Nieuw-Zeeland in de afgelopen 12 maanden 0,5% aan productie liggen in vergelijking met het voorgaande seizoen en Australië heeft 1,1% minder gecollecteerd van mei 2019 tot mei 2020.
Productiecyclus
Mei, juni en juli zijn de maanden waarin de melkproductie in Nieuw-Zeeland flink terug loopt. Na deze wintermaanden maakt de productie in augustus een forse sprong. Dit kan soms tot wel ruim 1 miljoen ton meer melk leidden. Het verschil tussen het diepste dal en de grootste piek kan soms tot ruim 3 miljoen ton verschillen. De productie in juni draagt doorgaans voor 1% bij aan de totale productie van het melkseizoen. De toename die nu plaatsvindt in vergelijking met voorgaand seizoen is volgens Fonterra te wijten aan een warme start van de winter met toch wel een grote hoeveelheid regen. In totaal werd er 230.000 ton melk gecollecteerd in juni van dit jaar, 4000 ton meer dan vorig jaar.
In Australië duurt de jaarlijks terugkerende 'dip' wat langer. Deze zet in februari al in en trekt vanaf augustus weer bij. De jaarlijkse piek vindt normaliter plaats in oktober. Het verschil met het diepste dal en de hoogste piek is in Australië met 300.000 ton over het algemeen wat kleiner dan dat van Nieuw-Zeeland en ook de weg naar de nieuwe piek gaat behoorlijk wat gestager dan dat van de zuiderburen. In mei van dit jaar produceerde Australische melkveehouders 650.400 ton, ruim 45.000 ton meer dan in het jaar ervoor.
Export
Ondanks dat de productie pluste, liep de export flink terug, zowel in mei als over het hele jaar gezien. Vooral de Australische export werd in mei hard geraakt. Deze liep met ruim 18% terug ten opzichte van het jaar ervoor. Kijkend naar de huidige zuivelmarkt, is het vrijwel zeker dat de coronacrisis hier flink aan bijgedragen heeft. Over 12 maanden tijd liep de export terug met 8,9%. Dit was niet zozeer aan 1 product te wijten, van vrijwel elk zuivelproduct liep de export terug.
In Nieuw-Zeeland liep de export in mei terug met 7,6% tegenover 2,7% over een periode van 12 maanden (mei tot mei). Hier was de terugloop in mei vooral te danken aan kleinere volumes volle melkpoeder die richting China en Bangladesh werden afgezet. Ook is er minder boter naar China verscheept. Over de 12 maanden was de terugname vooral terug te zien in de export van boter, volle melkpoeder en boterolie (AMF).
Fonterra
Melkverwerker Fonterra wist het afgelopen jaar in Nieuw-Zeeland meer melk te collecteren. In totaal werd er in juni 2,7% meer opgehaald in vergelijking met vorig jaar en ook over de periode 30 juni 2019 tot 1 juni 2020 heeft er een stijging van 2,7% van de totale melkcollectie plaatsgevonden. Er zit wel verschil tussen de opbrengsten in het Noorder- en Zuidereiland. Zo nam het de productie op het Noordereiland zowel in vergelijking met juni vorig jaar als in de periode van 30 juni 2019 – 1 juni 2020 met 1,2% af. Op het Noordereiland bleven de effecten van de droge zomer lang invloed uitoefenen. Op het Zuidereiland nam de collectie met 16% overigens fors toe. Reden hiertoe is dat het eiland sterk aan het seizoen begon met hoge producties.
In Australië heeft Fonterra te maken met een terugloop in aanvoer. In vergelijking met juni vorig jaar liep de productie dit jaar terug met 2%. De productie van het seizoen 19/20 liep met 11,8% terug in vergelijking met het seizoen van 18/19. Volgens de verwerker komt de terugloop door de droogte, hoge kosten voor de melkveehouder en de zeer competitieve zuivelmarkt. De vooruitzichten zijn overigens wel weer positiever, aangezien het weer mee lijkt te zitten wat betreft neerslag.