Australië heeft de stijgende lijn in melkproductie weten voort te zetten. Over de maand april lag de aanvoer hoger dan vorig jaar. In Nieuw-Zeeland blijft de productie stabiel en spelen er onzekerheden rondom arbeidskrachten.
In Australië hebben melkveehouders over de maand april in totaal 618.5 duizend ton gemolken. De melkaanvoer komt hiermee 6,4% hoger uit dan de aanvoer over de betreffende maand vorig jaar, maar ligt op een vergelijkbaar niveau met het 5-jarig gemiddelde.
Het grootste deel van de melk komt uit de staat Victoria met een aandeel van 60,5% van de totale Australische melkaanvoer. De staat Queensland heeft met 3,5% het kleinste percentage melk geleverd.
Het gemiddelde vetpercentage over de maand april bedroeg 4,52% en komt daarmee 0,03% hoger uit dan vorig jaar. Het gemiddelde eiwitgehalte komt 0,07% hoger uit op 3,54%.
Nieuw-Zeeland
De melkaanvoer in Nieuw-Zeeland bedroeg over april 1,356 miljoen ton. De aanvoer blijft hiermee de stabiele tred van de afgelopen tijd doorzetten en komt slechts marginaal lager uit in vergelijking met de aanvoer van vorig jaar (1,364 miljoen ton). De melkaanvoer ligt wel een stuk lager (19,3%) dan in de voorgaande maand, dit heeft te maken met het toewerken naar het jaarlijkse dieptepunt in juni.
Arbeidstekorten
Wel zijn er grote zorgen over mogelijke arbeidstekorten in de melkveesector. Migrerende werknemers zijn een waardevol onderdeel van de zuivelindustrie in Nieuw-Zeeland en de bredere primaire sector. Duizenden migrantenvisa lopen vanaf 9 juli af. Maarliefst 3.154 migranten werken met een visum op melkveebedrijven waarbij het visum tussen begin juli en eind september eindigt.
David Bennet, landbouwwoordvoerder van de National Party, vindt dat de regering de melkveehouders moet ondersteunen. "De regering moet snel handelen om de melkveehouders de zekerheid te geven dat ze in een toch al moeilijk seizoen niet ook nog met een tekort aan arbeidskrachten te maken zullen krijgen."