Pasen en Koningsdag zorgen ervoor dat in week 16 en week 18 minder runderen geslacht zijn dan in de andere weken van april. Dit zorgt er dan ook voor dat de slachtcijfers in de maand april alles behalve een stabiel verloop tonen.
Dit blijkt uit de cijfers die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft gepubliceerd. Uit de cijfers over april komt naar voren dat er in week 17 de meeste dieren van die maand op de productielocaties zijn aangevoerd: 10.239 stuks. In week 18 viel het aantal, mede door Koningsdag, terug naar 8.737 dieren.
De feestdagen brengen in april meestal een schommeling teweeg in het aantal dieren die wordt verwerkt in de Nederlandse slachthuizen. Al kan het per week verschillen, omdat Pasen niet op een vaste datum valt. Pasen en Koningsdag resulteren er wel in dat in week 16 en week 18 minder runderen zijn geslacht dan in de andere weken van april.
Geen zichtbaar corona-effect
In de week voor Pasen (week 15) werden er 9.224 runderen geslacht, waarna het aantal in de week van Pasen (week 16) terugkwam naar 8.450. Ook week 14 laat een ‘dipje’ zien, die verder niet specifiek is te verklaren. Deze week telde in totaal 8.594 slachtingen. Tot dusver laat de huidige coronacrisis geen duidelijk patroon achter in de verwerkingscijfers van de Nederlandse slachthuizen.
Waar de varkensslachtingen al enige tijd boven het 5-jarige gemiddelde uitkomen, laten de rundveeslachtingen een tegenovergestelde beweging zien. De cijfers zijn enigzins vertekend, door het grote aantal koeien dat moest worden geruimd in 2017 door de fosfaatwetgeving. In week 13 van 2017 gingen er maar liefst 19.331 koeien naar de slacht. Na deze piek nam het aantal slachtingen weer gestaag af, me het minste aantal slachtingen in week 27 met 8.761.