De uitbetalingsprijzen die melkveehouders beuren, zijn sinds kort weer stijgende. Deze stijging gaat vooralsnog echter wel veel minder hard dan de stijging van de grondstofwaarde van de melk.
Het Duitse voedingseconomisch instituut (IFE) rapporteert iedere maand, gebaseerd op de verwaarding van boter en magere melkpoeder, hoeveel rauwe melk waard is. Voor november rapporteert IFE een toename van €1,50 tot €35,70 per 100 kilo (af boerderij en bij 4% vet). Dit is het hoogste niveau sinds begin 2018. Daarmee krijgt de stijgende trend, die inmiddels al een paar maanden gaande is, een vervolg. Sinds augustus is de grondstofwaarde al met bijna €5 gestegen.
De hoge grondstofwaarde is te danken aan de opleving op de markt voor magere melkpoeder. Zo is de ZuivelNL-notering sinds augustus met ruim 20% gestegen. De andere noteringen in Europa hebben ook vergelijkbare plussen getoond. De boterprijzen bewogen ondertussen vrij stabiel. Ook de kaasmarkt is, dankzij de krappe voorraden, in het vierde kwartaal hard opgelopen. Dit betekent dat de andere valorisatiestromen meer rendabel zijn geworden. Sinds augustus is de DCA-foliekaasnotering voor Gouda al met een slordige 15% gestegen.
Melkprijs reageert met vertraging
De uitbetalingsprijzen naar melkveehouders toe reageren doorgaans met een vertraging van 2 à 3 maanden op de mutaties van de zuivelprijzen. In de afgelopen maanden waren bij meerdere melkverwerkers weliswaar verhogingen zichtbaar, al vallen die vooralsnog bescheiden uit. Helemaal vergeleken met de grote stappen die de grondstofwaarde in de maanden oktober en november heeft laten zien. Verwerkers als A-ware, DOC Kaas en FrieslandCampina verhoogden onlangs tussen de €1 en €1,50 per 100 kilo.
In de maanden voor deze opleving bewogen de melkprijzen (en was de zuivelmarkt) vrij stabiel. Dat stelde de melkverwerkers in de gelegenheid om de hoogte van de melkprijzen af te stemmen op de grondstofwaarde, waardoor er wat marge gerealiseerd kon worden. In andere woorden: de aantrekkende zuivelprijzen hoeven (als het goed is) niet gebruikt te worden om negatieve marges rond te breien.
Verwachtingen begin 2020
De verwachting is dat hoge kaasprijzen in het tweede kwartaal van 2019 kunnen standhouden, evenals de aantrekkende markt voor melkpoeder en relatief stabiele botermarkt. Rekening houdend met het vertragende effect kan de melkprijs in januari en februari forse stappen zetten.
Tussen 2017 en nu bedroeg het verschil tussen de grondstofwaarde en de melkprijs van FrieslandCampina ruim €2,50 per 100 kilo. Als we rekening houden met de opleving van de grondstofwaarde van de melk en goede verwachtingen op de zuivelmarkt, dan kunnen de melkprijzen begin 2020 grote stappen zetten. De vraag die rest is: zijn melkverwerkers bereid om gas te geven, of blijven ze zich beperken tot kleine plusjes?