De rechtbank in Rotterdam heeft zich (via een tussenvonnis) uitgelaten over de slepende rechtszaak die speelt tussen Bel Leerdammer en de melkveehouders. Daaruit blijkt dat deze melkveehouders ervan uit konden gaan het ledengeld een onderdeel was van de beloofde referentieprijs.
Bel Leerdammer ligt al langere tijd in de clinch met 313 melkveehouders die leveren aan het zuivelbedrijf. De leveranciers claimen dat zij tussen 2010 en 2015 te weinig melkgeld hebben gekregen en eisen hiervoor nu een compensatie.
Geen ledengeld uitgekeerd
In de periode tussen 2010 en 2015 was de melkprijs van Bel Leerdammer gerelateerd aan die van FrieslandCampina, DOC Kaas, Cono en het toenmalige Nemelco; 3 van deze zuivelverwerkers zijn een coöperatie en betalen ledengeld uit. De melkveehouders van Bel Leerdammer melden dat het ledengeld niet tot uiting kwam in de referentieprijs en eisen nu een schadebedrag van circa €15 miljoen. Bel Leerdammer ontkracht dit en zegt dat de eisers hadden moeten begrijpen dat het ledengeld geen onderdeel is van de referentieprijs, gezien het bedrijf geen coöperatie is.
In het tussenvonnis zegt de rechter dat leveranciers van Bel Leerdammer er in alle redelijkheid van uit konden gaan dat het ledengeld onderdeel was van de referentieprijs. Daarmee stelt de rechtbank de leveranciers in het gelijk. Advocaat Dinant te Biesebeek (van Te Biesebeek Advocaten uit Zwolle) staat de melkveehouders bij en zegt dat het tussenvonnis positief uitpakt voor zijn cliënten. "Wij wisten al dat we een sterke zaak hadden en deze tussenvonnis bevestigt onze gedachtes."
Afwijken van referentieprijs
De leveranciers laten daarnaast weten dat Bel Leerdammer niet van de referentieprijs mocht afwijken, maar dat is in de praktijk wel gedaan. Dit argument wordt de rechter in het tussenvonnis ontkracht. De rechtbank stelt namelijk dat Bel Leerdammer op grond van marktomstandigheden mocht afwijken van de referentieprijs.
Uit de documenten blijkt dat Bel Leerdammer tussen 2010 en 2013 meer uitbetaalde dan de referentieprijs en in 2014 en 2015 minder. Zo bedroeg de gemiddelde melkprijs in 2010 €0,65 meer dan de referentieprijs, terwijl de uitbetalingsprijs in 2015 €1,50 onder de referentie lag. De leveranciers zeggen dat dat zij de 'opslag' tussen 2010 en 2013 niet uitgekeerd hebben gekregen. Bel Leerdammer claimt dat dit bedrag is verdisconteerd in de uitbetalingsprijs.
Hoewel de melkveehouders van mening waren dat Bel Leerdammer niet van de referentieprijs mocht afwijken, pakt het tussenvonnis volgens te Biesebeek niet negatief uit voor zijn cliënten. Dit omdat Bel Leerdammer blijkbaar aanleiding zag om positief af te wijken van de referentieprijs. Zij willen daarom aanspraak maken op een extra vordering van €5 miljoen. Op dit punt wordt het opvoeren van generieke bewijslast echter complex, omdat de referentieprijs is berekend op basis van vet- en eiwitgehaltes, eventuele weidepremies en toeslagen (op basis van jaarleveranties). Die verschillen per melkveebedrijf.
Bedrijfsspecifieke berekening
Bel Leerdammer wordt nu door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om de referentieprijs op bedrijfsniveau door te berekenen. De kaasmaker krijgt tot 4 september 2019 de tijd om te beslissen of zij een berekening aan de rechter willen voorleggen. Vervolgens hebben zij dan tot 2 oktober de tijd om een berekening in te dienen. De woordvoerder van Bel Leerdammer wil inhoudelijk niet reageren op het tussenvonnis.
Te Biesebeek schat in dat de definitieve uitspraak waarschijnlijk nog even op zich laat wachten. "Dat kan 2020 worden." Hoewel de melkveehouders waarschijnlijk behoefte aan duidelijkheid hebben, zien zij het vorderingsbedrag alleen maar verder oplopen (mits ze in gelijk worden gesteld). In de tussenliggende periode neemt de omvang van de vorderingen toe met een rentevergoeding van 8% per jaar.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.