De dalende boterprijs hakt in op de grondstofwaarde van de melk. Die is namelijk tot het laagste niveau tot dusver in 2019 gedaald.
De grondstofwaarde op basis van boter/magere melkpoeder wordt iedere maand berekend door het Duitse voedingseconomisch instituut (IFE). Zij rapporteren over juli een daling van €0,60 tot €30,40 per 100 kilo (bij 4% vet, af boerderij). Dit is het laagste niveau sinds april 2018.
Boterprijs omlaag
De dalende boterprijs is debet aan de lagere grondstofwaarde. Sinds het begin van 2019 heeft de Duitse boternotering bijna €1.000 ingeleverd tot €3.550 per ton (in week 32). De prijs voor magere melkpoeder is in deze periode aanzienlijk gestegen. Dat compenseert de lagere waardering van het melkvet enigszins. In Nederland en andere Europese landen zijn vergelijkbare prijsmutaties zichtbaar.
De grondstofwaarde liet over juli de tweede daling op rij zien. Hoewel de uitbetalingsprijzen richting melkveehouders vrij stabiel bewegen, ligt een (kleine) daling op de loer als de grondstofwaarde verder omlaag komt. De melkprijzen reageren doorgaans met enige vertraging op de bewegingen op de zuivelmarkt.
Strakke uitbetalingsprijzen
Uit de markt wordt vernomen dat uitbetalingsprijzen strak geprijsd staan ten opzichte van de grondstofwaarde. Dit betekent dat er weinig ruimte is op een verdere daling op te vangen. Actueel lijkt de boterprijs een bodem te hebben gevonden, al voelt deze nog wel broos aan.