Als het minimumpercentage grasland in de derogatieregeling wordt verlaagd van 80% naar 70% grasland, dan hoeft dit de grondwaterkwaliteit niet in gevaar te brengen. Dit staat in een analyse van Wageningen Universiteit.
Sinds de invoering van de eis in 2014 neemt de animo om deel te nemen aan de derogatie af, zo schrijven onderzoekers Marga Hoogeveen, Henri Prins en Co Daatselaar in het rapport 'Afname derogatie: de verkenning omvang en beweegredenen ondernemers'.
Extra maatregelen tegen uitspoeling
Is het percentage niet langer 80% (maar 70%), dan neemt de animo naar verwachting weer toe, veronderstellen de Wageningse onderzoekers. Per saldo neemt het totale areaal grasland dan waarschijnlijk niet langer af, zodat er minder stikstof uitspoelt naar het grondwater. Hierbij moet er wel van uit worden gegaan dat er op bouwland meer stikstof uitspoelt naar het grondwater dan op grasland.
Bovendien is de vanggewasverplichting in de teelt van maïs ingevoerd en hoogstwaarschijnlijk wordt vanaf 2021 ook het volvelds bemesten met drijfmest in de teelt verboden. Wanneer dit de Europese Commissie niet voldoende garanties biedt, kan desnoods het uitrijdverbod op grasland worden uitgebreid met augustus. Het uitspoelingsgevaar neemt immers snel toe naarmate het groeiseizoen verstrijkt.
Onbestendig eiwit
Het minimumpercentage verlagen van 80% naar 70% vergroot tevens de mogelijkheden voor de teelt van krachtvoergewassen (soja, voedergranen en korrelmaïs). Deze ontwikkeling wordt onder andere gestimuleerd door duurzaamheidsprogramma’s in de zuivelsector, schrijven de Wageningse onderzoekers.
Het telen van deze gewassen kan voor bedrijven een middel zijn om te sturen op eiwitproductie en -benutting van eigen land, want een te hoog aandeel graslandproducten leidt tot een ongunstige stikstofbalans op het bedrijf. Dit door het hogere percentage onbestendig eiwit in het rantsoen. Volgens de onderzoekers achten de nutritionisten een verhouding tussen gras en snijmaïs ongeveer 70% gras en 30% maïs tot 60 % gras en 40% maïs als ideaal.
Het minimumpercentage grasland verlagen van 80% naar 70% vergroot (last but not least) ook de mogelijkheden voor samenwerking met de akkerbouwsector. Dit is een cruciale ontwikkeling op weg naar kringlooplandbouw