Het rendement van de Nederlandse vleesveehouderij staat onder druk. Om de marktpositie te verbeteren, zijn onder meer korte ketens nodig en een stevigere inzet op imago, kwaliteit en verbinding. Dat zegt de vakgroep LTO Vleesveehouderij in een toekomstvisie op de sector.
De vleesveesector in Nederland kent twee hoofdcategorieën: zoogkoeien en vleesstieren. Het aantal vleesstieren is redelijk stabiel, terwijl het aantal zoogkoeien een dalende tendens vertoont. In 2017 waren er 3.217 bedrijven met vleesvee geregistreerd volgens Wageningen UR, gezamenlijk goed voor 175.000 runderen. Daarvan waren er 59.000 vrouwelijke dieren ouder dan 2 jaar en 52.000 stieren ouder dan 1 jaar.
Economisch perspectief
Onder meer door een sterke afname van subsidies aan de vleesvee-houderij staan de rendementen onder druk. Anderzijds neemt de belangstelling bij consumenten voor duurzame producten sterk toe. Het is de uitdaging voor de sector om deze latente vraag om te zetten in economisch perspectief, oordeelt LTO in haar toekomstvisie ‘Verantwoorde kwaliteit van dichtbij’. Daarvoor is samenwerking met andere ketenpartijen in de sector, die heel divers zijn, van groot belang.
In de visie richting 2025 wordt gesproken over verantwoord vlees van beste kwaliteit. De visie berust op twee pijlers: ‘Herkenbaar en dichtbij’ en ‘Verantwoord’. De sector moet meer bekendheid genereren, haar producten promoten en samen met (lokale) markten en de keten werken aan goede prijzen en een gegarandeerde afzet. Daarnaast moet een betrouwbaar product het uitgangspunt zijn, 'afkomstig van een professioneel werkende sector die duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel heeft staan'.
Strategische agenda
De vakgroep heeft de twee pijlers vertaald naar een strategische agenda. Daarin staan zaken als: ‘een dialoog in de keten organiseren en strategische samenwerkingen faciliteren’, ‘de verbinding tussen boer en consument vergroten’, ‘samenwerken binnen de ketenorganisatie VleesveeNL’, en ‘in dialoog zijn met maatschappelijke organisaties’. Maar om haar license to produce te behouden ook: ‘realisatie van de klimaatdoelstellingen’, ‘reductie van het energieverbruik’, ‘regionaal voer en GMO-vrije concepten’, ‘gesloten regionale kringlopen voor voer en mest’, ‘zo veel mogelijk huisvesting op stro’ en ‘onderzoek naar nieuwe stalsystemen’.
De strategische agenda moet uiteindelijk omgezet worden in een plan met maatregelen op de korte en lange termijn.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.