Waar de Nederlandse melkproductie dit jaar ruim onder het niveau van 2018 ligt, laten melkveehouders in Italië, Polen en het Verenigd Koninkrijk al geruime tijd zien dat ze andere plannen hebben.
Het Verenigd Koninkrijk en Polen tonen al maanden groeicijfers. Na een dipje in de maand april springt ook Italië weer boven het niveau uit van 2018, zo blijkt uit de aanvoercijfers die de landen hebben ingeleverd bij de Europese Commissie.
De maand mei is traditioneel de piekmaand in de melkaanvoer van het Verenigd Koninkrijk. De Britse aanvoer komt deze maand uit op ruim 1,43 miljoen ton, wat bijna 1,5% hoger is dan in 2018. Het verschil met eerdere maanden is echter wel een stuk kleiner geworden. Toen profiteerden de melkveehouders van gunstige weersomstandigheden. Ook voor juni druppelen aanvoercijfers binnen die circa 1% hoger liggen dan vorig jaar, dus het VK lijkt het huidige groeiniveau vast te houden.
Polen op hoogtepunt
Ook Polen levert over mei altijd de meeste melk van het seizoen. In het Oost-Europese land nam de melkaanvoer echter een opvallende buiging. Daar waar de melkproductie al het hele jaar ruim boven het niveau van vorig jaar lag, was in mei het verschil plots miniem. De aanvoer nam toe met 0,2% tot ruim 1,09 miljoen ton. Wat dit betekent voor de rest van het seizoen, is nog even koffiedik kijken.
Wispelturige productie
De melkproductie in Italië is de laatste jaren in deze periode wispelturig. Lange tijd lag een piek in de melkaanvoer in mei voor de hand, maar de afgelopen jaren wordt deze soms al in de maand maart of april bereikt. De weersomstandigheden zijn hier mede debet aan. Zo lag vorig jaar de piek in april, terwijl dit jaar het hoogste volume al in maart is behaald.
De productiecijfers voor maart, april en mei zijn echter wel opmerkelijk constant: allen in de 1,09 miljoen ton. Dit is ook precies de productie van Polen in mei. Terwijl de Italiaanse productie in april onder het niveau lag van 2018, schiet deze in mei er weer boven met een plus van 0,86% tot 1,092 miljoen ton.