Interview Henk Flipsen
'Voerrantsoen varkens en melkvee op de schop'
Het rantsoen voor varkens en melkvee gaat flink veranderen. Dat heeft vooral te maken met het plan om zoveel mogelijk grondstoffen dicht bij huis te vergaren. Henk Flipsen, de CEO van brancheorganisatie Nevedi, vindt het verstandig om hier proactief mee om te gaan.
Dat vertelde Flipsen woensdag 22 mei op een congres van Nevedi. Op het congres werd onder meer gesproken over klimaateisen en de kansen en uitdagingen die dit oplevert voor de diervoederindustrie en de grondstoffenhandel.
Op het congres werd gesproken over het feit dat we hier in Nederland afhankelijk zijn van grondstoffen uit landen buiten de Europese Unie. Hoe kijkt u naar die ontwikkeling?
"De diervoederindustrie wil minder afhankelijk zijn van grondstoffen uit onder meer Latijns-Amerika. Je moet niet afhankelijk willen zijn, en zeker niet van wat onstabielere landen. Je moet jezelf zelfs afvragen of je wel afhankelijk wil zijn van een land als Frankrijk. Overigens vind ik ook dat we goed moeten nadenken over alle plannen die er nu liggen op het gebied van regionale grondstoffen. We moeten ons goed realiseren dat dit geen kwestie is van de korte termijn, maar dat het een transitietijd nodig heeft. Daarvoor zijn doordachte plannen nodig."
Waar moeten deze grondstoffen dan geproduceerd worden?
"Volgens ons moet er geproduceerd worden op de locaties waar dat het beste kan. Zo dichtbij mogelijk, maar zo ver weg als nodig. Ook minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) formuleert het op deze manier in haar visie. Ook vinden wij dat er goed gekeken moet worden naar de impact op het klimaat. Het is momenteel niet verstandig zomaar overal grondstoffen te verbouwen, want er is te weinig kennis op dit vlak. Hier moet dan ook een inhaalslag gemaakt worden, bijvoorbeeld op het gebied van veredelingstechnieken. Daarin kan ook Brussel nog veel beter ondersteunen."
"Eigenlijk betekent het dat het saldo eiwitgewassen in de Europese Unie niet hoog genoeg is, al moet je tegelijkertijd wel opletten met subsidies en marktondersteuning voor eiwitteelt. Het Europese 'Protein Plan' biedt goede aanknopingspunten, maar uiteindelijk willen we in de Europese Unie een marktgestuurde balans dat op termijn voldoet aan de wens om te beschikken over genoeg kwalitatief passende eiwitgewassen. Uit onze Grondstoffenwijzer blijkt overigens dat er niet zoveel wordt geïmporteerd. Het gaat voornamelijk om sojabonen en sojameel, maar de helft van alle grondstoffen komt al uit Nederland. Als je het ruwvoer hier bij optelt, dan betekent het dat 75% van de voerbehoefte al uit Nederland komt."
De hoofdthema's van jullie congres waren het klimaat, de kringlopen en de uitdagingen die dit met zich meebrengt voor ondernemers. Er wordt vaak negatief gereageerd op deze thema's, wat vindt u daarvan?
"Enerzijds kan ik wel begrijpen dat de Nederlandse boeren en bedrijven vinden dat er op dit gebied te veel op hun bordje komt. Ik snap ook dat bedrijven er buikpijn van krijgen. Dit omdat er zoveel moet veranderen, maar niemand met de portemonnee klaar staat. Ik denk echter niet dat het verstandig is om boos van je af te trappen. Ik vind dat je goed moet nadenken over wat je met deze transitie gaat doen. Ik zou mijn geld dan ook inzetten op de bedrijven die deze duurzaamheidsstap sneller willen maken, dan op de bedrijven die al jaren hetzelfde doen. Het is essentieel om een open blik te hebben voor dat wat de maatschappij vraagt."
Zorgen deze klimaateisen er ook voor dat het rantsoen van varkens en rundvee drastisch op de schop gaat?
"Ja, dat gaat stevig veranderen. Dat heeft alleen al te maken met het plan dat binnen 10 jaar 65% van het eiwit van de eigen grond moet komen. Dit betekent ook dat krachtvoer een belangrijkere rol gaat spelen. Dat maakt dat diervoederbedrijven een breder spectrum aan grondstoffen nodig hebben om de klanten op maat te kunnen bedienen."
De meeste diervoederbedrijven zeggen dat ze groeien, maar toch is er sprake van een krimpende markt. Hoe zit dat?
"Het gemiddelde lid van Nevedi zegt inderdaad dat het goed gaat, maar daar wordt wel direct bij gemeld dat het jammer is dat het bij anderen minder goed gaat. We moeten simpelweg concluderen dat de afzet van krachtvoer ieder jaar krimpt, wat deels wordt veroorzaakt door daling in de melkveestapel. Deels lossen diervoederbedrijven dit op door extra verkopen op andere productgroepen."
"Daarentegen zagen we op jullie congres ook dat de afzet van mengvoer in Europa de komende 10 jaar naar verwachting nog met jaarlijks 0,3% groeit. Een land als Turkije maakt bijvoorbeeld een forse groei door. Dat staat in schril contrast tot de dalende productie van het Nederlandse mengvoer."
Een van de lezingen op het congres ging over biobrandstoffen. Hoe kijkt de Nederlandse diervoederindustrie aan tegen deze brandstoffen?
"Wij vragen ons af of je biomasse moet gebruiken voor energieproductie. Wanneer je het bijvoorbeeld hebt over bio-ethanol, dan ervaren we daar toch wel stevige concurrentie van. In mijn ogen betreft het oneerlijke concurrentie, omdat de biobrandstoffensector sterk gesubsidieerd wordt. Echter, ook hierbij geldt dat we op een gegeven moment verder moeten. We kunnen coproducten die overblijven bij de biobrandstoffenproductie overigens wel gebruiken voor diervoer. Dat gebeurt nu ook."
Anne Jan Doorn
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.