Het aandeel jongvee op Nederlandse melkveebedrijven daalt, onder invloed van het fosfaatrechtenstelsel, ontegenzeggelijk. Daardoor neemt de import van fokvee toe, wat er tevens voor zorgt dat de prijzen flink stijgen.
De veestapel in Nederland telde jarenlang 1,1 miljoen à 1,2 miljoen stuks jongvee, zo tonen de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van 2014 tot en met 2016 kwam dit aantal boven de 1,3 miljoen uit, maar in 2017 tekende het effect van het stelsel van fosfaatrechten zich af. In dat jaar zakte het aantal dieren namelijk weer onder de 1,2 miljoen. In 2018 lag het aantal zelfs nog maar net boven de 1 miljoen.
Ook uit diverse overzichten van accountantskantoren komt duidelijk naar voren dat het aantal stuks jongvee per bedrijf stevig is gedaald. Terwijl 7 stuks jongvee per 10 melkkoeien eerder ongeveer het gemiddelde was, is dat nu minder dan 6 stuks jongvee. Vrijwel alle melkveehouders houden minder jongvee aan, vooral om meer melkvee te kunnen houden. Ook is er een grotere groep die het jongvee helemaal heeft afgestoten.
Deze laatste groep koopt het vee aan: als drachtige vaars, maar veelal bij voorkeur als melkgevende vaars. Ook komt er een groep melkveehouders op de markt die eigenlijk te krap zijn gaan zitten in het eigen jongvee. Uit de cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) blijkt dat er tot 30 april 2019 al 6.620 vrouwelijke runderen van 2 tot 3 jaar zijn geïmporteerd. Dat is bijna net zoveel als de 7.046 in 2018. Dat beeld komt overeen met de 1- tot 2-jarige dieren. Import neemt de laatste maanden dus sterk toe.
Handel in hele veestapels
Veehandelaar Auke de Haan herkent zich in het bovenstaande beeld. "Tot vorig jaar waren we enkele jaren erg druk met de export van vee, maar nu focussen we ons juist op de import van het vee. In Nederland is door het krappe aanbod van jongvee amper aanbod van fokvee, waardoor wij het uit Denemarken en Duitsland halen. Daar is over het algemeen voldoende aanbod."
De Haan handelt vooral in hele veestapels van stoppende veehouders. De mindere koeien worden uitgeselecteerd, waarna de rest doorverkocht wordt (meestal en bij voorkeur als geheel). "Hier en daar een paar koeien verkopen uit 1 veestapel, werkt vaak niet goed. Alle veehouders willen de beste koeien. Hele veestapels gaan relatief makkelijk van de hand. Circa 2 weken geleden verkochten we een veestapel uit Denemarken, waar de 140 beste koeien uit 190 stuks waren geselecteerd. Die zijn voor €1.400 tot €1.700 overgegaan naar een nieuwe eigenaar. Dit zijn stevige prijzen, maar veilingen voor fokvee in Duitsland zijn in trek en daar zijn de prijzen nog hoger en meer aangetrokken."
- Auke de Haan
Meer dan €2.000 per vaars
Jaap Mulder bemiddelt voor Farmel bij de aankoop van fokvaarzen (vooral via de veiling in Osnabrück) en bevestigt het geschetste beeld. "Over de hele linie is een significante stijging van de prijzen zichtbaar ten opzichte van bijvoorbeeld 1 à 2 jaar geleden. Elke veiling worden er tussen de 220 en 260 vaarzen aangeboden. Wanneer er meer kopers zijn, dan drijft dat de prijs op. Die kopers komen uit Polen, Italië, Spanje en nu in toenemende mate ook uit Nederland. Voor €1.800 heb je een courante vaars, maar de prijzen variëren momenteel ongeveer tussen de €1.700 en €2.300."
Een koper van enkele vaarzen betaalt daarbovenop veilingkosten, enkele procenten commissie en het transport. Opgeteld is het per vaars bepaald niet goedkoop. "Klopt", beaamt Mulder. "Het voordeel van het kopen door middel van deze veilingen is dat de dieren veterinair gecheckt worden en daarbij is de kwaliteit van het aanbod hoog. Een deel van de Nederlandse melkveehouders wil gewoon zeker zijn van een doorgaande stroom van goede vaarzen. Het was ook in slappe tijden lastig een goede melkvaars voor €1.500 in Osnabrück te kopen. Het prijsniveau ligt over de hele linie naar mijn inschatting 5% tot 20% hoger."
Blauwtong drukt prijs
In delen van Zuid-Duitsland, België en Frankrijk gaat ook Blauwtong rond. "Het aanbod aan fokvee leidt hier nog niet onder", zo stellen De Haan en Mulder. Mulder schat in dat het de prijzen hier en daar zelfs wat drukt. "In de landen of regio’s waar blauwtong heerst en waaruit normaal vee werd geëxporteerd, blijft het fokvee nu noodgedwongen aan bij eigen boeren. Veehouders uit die regio’s zijn daarom nu even niet tot nauwelijks op de markt voor de import van vee, wat de prijs drukt."
Export druppelt door
Daar waar de import van fokvee richting Nederland sterk aantrekt, is dat voor de export precies andersom. Door het geringe aanbod, is er amper aanbod van fokvee. "Wij kochten de laatste maanden voor Rusland met regelmaat jong drachtige pinken in", meldt De Haan. "Zo hebben we in de afgelopen week in 1 week tijd nog 120 dieren bij elkaar gekocht voor een transport."
De Haan vervolgt: "Een groot gedeelte van deze groep kochten we ook al bij jongveeopfokkers, die voor eigen risico wat meer dieren opfokken voor dit soort doeleinden. Het viel mij dan alsnog alles mee dat dat nog zo vlot lukte, want het aanbod droogt duidelijk op. Dat zie je ook aan de prijzen; vorig jaar kreeg een eigenaar voor een pink die 1 tot 3 maanden drachtig is €950, nu is dat circa €1.100."