De Europese Commissie (EC) heeft Nederland voor 2019 een derogatie toegekend. Deze houdt in dat grondbezitters onder voorwaarden meer stikstof mogen uitrijden dan de algemene norm van 170 kilo per hectare. Wat is er nieuw?
Voor het jaar 2019 gelden 2 nieuwe voorwaarden bij het aanvragen van derogatie. Ten eerste moet een vergoeding van €50 worden betaald voor de aanvraag van een derogatievergunning. In 2018 verviel het aanmelden voor derogatie en moest men in plaats daarvan een vergunning aanvragen.
Ten tweede verandert de voorwaarde voor het scheuren/vernietigen van grasland voor de maïsteelt (alleen op zand- en lössgrond). Per hectare gescheurde of vernietigde grond, geldt een korting van 65 kilo op de stikstofgebruiksnorm. Hierbij geldt geen stikstofbemonsteringsplicht.
Voorwaarden
De 'Aanvullende gegevens landbouwer 2018' moeten uiterlijk 31 januari 2019 worden ingestuurd en de gegevens over 2019 moeten 31 januari 2020 binnen zijn. Ook voor 2019 geldt weer een minimum van 80% grasland op het bedrijf; die percelen moeten van 15 mei tot en met 15 september onafgebroken als grasland in gebruik zijn.
Op 31 januari 2019 moet tevens het bemestingsplan ingediend zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Een wijziging van dit plan moet binnen 7 dagen worden doorgegeven. Daarnaast mogen de derogatiebedrijven geen gebruik maken van fosfaatkunstmest.
Wanneer grasland (zand- en lössgrond) na 31 mei gescheurd of vernietigd wordt, geldt er een korting van 50 kilo per hectare op de stikstofgebruiksnorm; behalve wanneer dit ten behoeve van de maïsteelt gebeurt, dan is de korting 65 kilo. Er is geen stikstofbemonsteringsplicht na het scheuren van het grasland. Het voornemen tot het scheuren van grasland moet minimaal 7 dagen van tevoren worden gemeld bij RVO.nl.
Minder deelnemers
In 2017 waren er 19.137 bedrijven die meededen aan de derogatie. In 2018 ligt dit aantal waarschijnlijk lager, omdat het aantal aanvragen vlak voor de sluitingsdatum nog achterbleef. Het aantal bedrijven dat meedoet, neemt al jaren gestaag af. In 2006 deden er nog 25.415 bedrijven mee aan de derogatie.
De afname is logisch, omdat het aantal landbouwbedrijven een dalende trend kent. Daarbij kan ook het aanscherpen van de voorwaarden een rol spelen. In 2014 werd de voorwaarde van 70% grasland omgezet naar 80%. Tevens werd de stikstofgebruiksnorm voor zand- en lössgrond verlaagd: van 250 naar 230 kilo. Hierdoor werd derogatie minder aantrekkelijk op deze gronden. In 2013 deden er nog 21.135 bedrijven mee, in 2014 zakte dit naar 19.367.
Betere waterkwaliteit
Opvallend is dat de waterkwaliteit onder derogatiebedrijven gemiddeld gezien beter is dan onder niet-derogatiebedrijven. In 2017 had ruim 80% van de derogatiebedrijven een nitraatconcentratie in het grondwater van minder dan 50 milligram per liter. Het aantal bedrijven in zandgebieden met een stikstofgebruiksnorm van 230 kilo, dat de norm van 50 milligram per liter overschrijdt, daalde tussen 2014 en 2017 van zo’n 50% naar minder dan 20%.