Melkveehouders van de European Dairy Farmers (EDF) hebben in 2008 een kritieke melkprijs van 34,5 eurocent per kilo melk behaald. Circa 10 jaar later (2017) lag die prijs even hoog. Toch zijn ze vooruitgeboerd, zo stelt voorzitter Neil Dyson.
De EDF verrichte onderzoek naar de cijfers en vergeleek 21 bedrijven uit Duitsland, België en Frankrijk. Deze bedrijven werkten in 2008 gemiddeld met 174 melkkoeien en een melkproductie van 8.615 kilo per koe per jaar. Ongeveer 10 jaar later (in 2017) telden dezelfde bedrijven 226 melkkoeien per bedrijf en 9.384 kilo melk koe per jaar.
Grond en gebouwen
Zijn we in 10 jaar tijd dan harder gaan werken, maar niets opgeschoten? Dat vroegen de leden zich af op een bijeenkomst tijdens de EuroTier in Hannover. Volgens de Britse EDF-voorzitter Neil Dyson moet die vraag ontkennend worden beantwoord. "Bijna alle bedrijven hebben namelijk geïnvesteerd in nieuwere gebouwen en grond. Met een vergelijkbaar economisch resultaat staan ze er qua waarde en toekomstgerichtheid dus gemiddeld gezien beter voor dan 10 jaar geleden."
Dyson wijst op een bijkomend voordeel voor de EDF-leden. "Door onze uitgebreide analyses en vergelijkingen, weten wij hoe onze bedrijven er voorstaan. Dat geldt voor veel andere Europese melkveehouders niet of in mindere mate. Nederland is daarin het meest treffende voorbeeld. Menig melkveehouder koopt fosfaatrechten bij, mede omdat ze daarvoor liquide middelen beschikbaar hebben of de bank hen dat wel wil lenen. Echter, of het ook economisch voordeel oplevert, weten velen van hen niet. Dit omdat ze de bedrijfseconomische situatie van hun bedrijf niet goed in kaart hebben."
Financierbaarheid van grote bedrijven
De aanwezige EDF-leden discussieerden in Hannover ook over thema’s als de doorgaande grootschaligheid, directe verkoop van zuivel via het boerenerf en opkomende concurrentie van zuivel- en vleesvervangers. "In menig Europees land zullen de bedrijven met melkvee de komende jaren zo groot worden dat er duizenden koeien bij 1 bedrijf horen. Al dan niet op dezelfde locatie."
De deelnemers waren het eens dat dit een andere financieringsstructuur verdient. In de praktijk zal het geheel dermate kapitaalintensief worden dat alleen bankfinanciering niet volstaat. Externe partijen moeten een belang nemen in de bedrijven. Het betekent ook dat het boerenbezit dan in een ander perspectief komt te staan. Of dat erg is? Waarschijnlijk niet, zo was de conclusie. "Financiering via andere wegen als de bank en daarbij een deel van de eigendommen volledig afstaan, draagt ook bij aan risicospreiding."
Investeren in trendwatchers
Een deel van de leden hamerde er ook op dat het verhaal van de kracht van melk beter en meer moet worden verteld, mede om de concurrentie aan te kunnen met alternatieve voedingsproducten. De grote spelers als Danone en Tyson Food investeren immers openlijk in vleesvervangers. Moeten boerencoöperaties daarin meegaan, of moet melk haar huidige waarde juist meer en beter verdedigen? Zo luidde de onbeantwoorde vraag aan het eind van de discussie.
Om daar antwoorden op te vinden, moet de melkveehouderij investeren in trendwatchers, werd geopperd. Het Nederlandse lid Henk Schoonvelde uit Koekange deed een voorzet in die richting: "Ik ga ervan uit dat er over 5 generaties geen dieren meer worden gedood ten behoeve van menselijke consumptie. Als je daarvan uitgaat, moet of kun je beginnen na te denken hoe daar op in te spelen."