Al jaren zoemt het rond in de sector: een stip op de horizon is nodig. Vóór de introductie van het fosfaatrechtenstelsel was het een belangrijk thema, want met een grondgebonden visie zou het stelsel niet nodig zijn. Echter, het rechtenstelsel kwam er toch en is nu bepalend voor de toekomst. Waar staat de sector over 20, 30 of 50 jaar?
In het najaar van 2017 gaven de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en LTO Nederland de opdracht te komen tot een gedragen voorstel voor de invulling van de term 'grondgebondenheid in de melkveehouderij'. De groep die hiermee aan de slag ging, heeft zich gevormd tot de Commissie Grondgebondenheid. Deze Commissie presenteerde in het voorjaar van 2018 haar bindend advies over de toekomst van de melkveehouderij.
De visie voor 2025
De Commissie heeft de visie gekoppeld aan het eiwitpercentage. In 2025 moet elke melkveehouder 65% van het eiwit dat het vee krijgt op eigen land telen. Met de eiwitindicator blijft de Commissie weg van de discussie over de grootvee-eenheid per hectare. Dit zou de melkveehouder meer vrijheid moeten geven. Door de toepassing van buurtcontracten kan ook grond van andere boeren benut worden. Door meer eigen eiwit te telen, voorziet de Commissie tevens een daling van onder meer de soja-import.
Ook leidt deze eis tot meer grasland en minder maïs, wat beter is voor de biodiversiteit, CO2-vastlegging en waterberging. In ruil daarvoor verwacht de Commissie dat deze diensten beloond worden, maar hiervan wordt geen uitwerking gegeven. Er is geen actieplan en er zijn geen afspraken. Daarnaast wordt de hoop uitgesproken dat de waterschappen voor de waterberging betalen, maar ook hier zijn geen concrete aanwijzingen voor.
De eis van 20 kilometer
Door de '20 kilometer-eis' en het sluiten van 'buurtcontracten' zal de eiwitproductie van eigen grond toenemen, waardoor de behoefte aan de import van eiwitrijke grondstoffen (soja- en palmproducten) zal afnemen. Het gebruik van geïmporteerde eiwitrijke grondstoffen dient hierdoor in 2025 met 66% te zijn gedaald. De visie heeft ook een streefbeeld voor 2040: "In 2040 is de melkveehouder een leverancier van door de markt en maatschappij hooggewaardeerde producten en diensten."
Om weidegang te garanderen, heeft de Commissie nog een eis gesteld: "Er mogen op 1 huiskavel maximaal 10 koeien per hectare op beweidbaar gras worden geweid." Voor het grondgebonden karakter van een bedrijf is er een grote huiskavel nodig. Dit faciliteert weidegang en geeft ook een aantrekkelijk beeld van de melkveehouderij.
Privaatrechtelijk
De visie moet vooral zijn beslag krijgen via de privaatrechtelijke weg, waarbij zuivelfabrieken een grote rol spelen. De door FrieslandCampina geïntroduceerde 'Top-Zuivellijn' is hier een voorbeeld van. De Commissie spreekt daarnaast de hoop uit dat er ondersteuning komt vanuit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), dat waterschappen de boeren gaan belonen voor waterberging en dat zowel verpachters als banken grondgebondenheid stimuleren. Echter, concrete afspraken zijn niet gemaakt.
Een logisch gevolg is dat de intensieve bedrijven geen mogelijkheid meer hebben om door te produceren; vooral bedrijven die al in de knel zitten met het aantal fosfaatrechten krijgen een extra last. Momenteel is ook onzeker of die bedrijven de komende jaren überhaupt zullen overleven. Als zij deze jaren doorkomen, is het vervolgens de vraag of zij in 7 jaar tijd voldoende financiële ruimte kunnen creëren om grond aan te kopen of te pachten.
Grondgebondenheid versus kringlooplandbouw
Het advies heeft een aantal overeenkomsten met de visie van Schouten: minder kunstmest, meer dierlijke mest, meer restproducten aanwenden, meer lokaal eiwit en minder import van soja. Schouten lijkt de nadruk te leggen op de rol van de consument en wil op zoek naar manieren om boeren te ondersteunen met betere verdienmodellen. In het advies van de Commissie Grondgebondenheid wordt vooral de hoop uitgesproken dat er betere beloningen komen voor de producten en diensten.
Tijdens de behandeling van de visie van de minister werd niet gesproken over het advies van de Commissie Grondgebondenheid. Tjeerd de Groot (D66) verzocht de minister een nieuw instrument te ontwikkelen: een puntensysteem, waarbij een bedrijf punten scoort op diverse onderdelen (zoals klimaat, natuur en milieu). Jaco Geurts (CDA) ondersteunde dit plan. Dit idee staat niet op zichzelf, maar het geeft wel een invulling aan het feit dat het sturen op 1 indicator eenzijdig is.
Het is afwachten hoe het verder gaat met de uitwerking van het advies. Enerzijds zal de invulling via de zuivelfabrieken doorgaan, maar om de uitwerking te laten slagen moeten meer partijen meedoen; provincies moeten meewerken aan ruilverkaveling, zowel mestwetgeving als fiscale wetgeving moet worden aangepast, grondstoffen moeten gecertificeerd worden en er moet een tool ontwikkeld worden om de eiwit-eis te controleren. De Commissie stelt dat het advies een totaaladvies is: het gaat alleen werken als alle voorwaarden worden ingevuld.
Ontvang het magazine in uw brievenbus
Dit ingekorte artikel is een onderdeel uit de zuivelanalyse van 2018. De abonnees van Melk en Voer Pro hebben deze recent ontvangen. Wil jij dit magazine ook ontvangen? Klik dan hier om abonnee te worden en krijg het magazine toegestuurd.
Met een abonnement krijg je toegang tot alle besloten artikelen, data en marktinformatie op Boerenbusiness. Als abonnee krijg je ook toegang tot diverse seminars en workshops. Benieuwd naar alle voordelen? Bekijk ons aanbod in de webshop.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10880867/grondgebondenheid-een-stip-op-de-horizon]Grondgebondenheid: een stip op de horizon?[/url]