Een coöperatie bestaat bij de gratie van haar leden, maar wat als die leden zich er niet meer thuis zouden voelen? Milcobel steekt sterk in op ledenbetrokkenheid. Peter Koopmans, de nieuwe topman, over heterogeniteit, niches en de melkprijs. Het motto bij alles: 'door Onze Boeren, voor Onze Boeren'.
Kringvergaderingen. Ze zijn op het moment in volle gang bij Milcobel, de grootste zuivelcoöperatie van België. Het is voor de leden van de coöperatie een eerste kennismaking met Peter Koopmans in zijn nieuwe functie als CEO. "Het is dankbaar werk om uit te leggen wat we doen en het is positief om onze mensen mee te krijgen."
Van alles en nog wat
Koopmans is relatief gezien een nieuwkomer in de zuivelsector; zo is hij pas sinds 2014 actief bij de grootste coöperatie van België. Het betekent dat hij vlak voor de afschaffing van het melkquotum instapte. Wat hij toen tegenkwam, waren fabrieken die bij lange na geen gebruik maakten van de potentie die er was. Ook hield het bedrijf zich met van alles en nog wat bezig. "De bakmixen en alle andere bijzaken zijn nu verdwenen."
Het optimaliseren van fabrieken is een specialiteit van de topman. De agrarische sector is ook niet nieuw; zo werkte hij tot 2014 voor Tiense Suiker, waardoor hij bekend is met de suikerverwerking. Achter de schermen werd de laatste 4 jaar (en nog steeds) hard gewerkt om de processen te verbeteren en meer uit de fabrieken en markt te halen. "De stal begint op orde te komen. Dat brengt iets meer rust en geeft tijd om weer terug te keren naar de boeren, want uiteindelijk wordt alles gedaan voor de ongeveer 2.700 leden."
Boosheid wegnemen
Iets wat tijdens de kringvergaderingen vaak aan bod komt, is de prijszetting van melk. Er wordt dan ook goed gekeken wat de andere verwerkers betalen. "De melkprijzen van Arla, DMK en FrieslandCampina hebben een vreemde beweging laten zien; zo bleven de prijzen in het laatste kwartaal van 2017 hoog, terwijl de waarde van melk daalde. Wij betalen uit wat er binnenkomt en spelen hiermee korter op de bal. Wanneer we dat uitleggen, begrijpen onze leden dat", aldus Koopmans.
Het draait bij Milcobel dan ook om de leden; veel meer dan in het verleden. "Wij zijn groot in België, maar klein in Europa. In het verleden wilden we nog weleens arrogant zijn, maar we moeten echter niet vergeten dat we op de eerste plaats de melk van onze leden moeten verwaarden."
Om een langetermijnperspectief te creëren, werd er gekozen voor een scherpe focus. "We kiezen onze strijd; noem bijvoorbeeld de fabriek in Moorslede. We zijn goed in kwaliteitskazen, maar kunnen qua schaal en efficiëntie niet op tegen de grootschalige, 'low cost-productie' van FrieslandCampina en A-ware. Het was de reden om te kiezen voor de kleinschalige productie van kwaliteitskaas; dit is een productie waar nog veel groeipotentie is binnen de Europese grenzen en waarvoor we niet naar Azië hoeven. Ook in mozzarella hebben we bewust de keuze gemaakt voor 100% verse koe-mozzarella met specifieke functionaliteiten en zijn daarmee in een groeiende niche gestapt."
Alle onderdelen in het bedrijf zijn scherp tegen het licht gehouden en dat leidde ertoe dat in de melkpoeder de keuze werd gemaakt om eveneens in een niche te stappen en afscheid te nemen van het grootschalige bulkproduct. "Daarmee bedoelen we het hogere segment poeder, wat we POW(d)ER+ noemen. We focussen ons op hetgeen waar we goed in zijn. Onze poedertoren is relatief klein, maar kan hoge kwaliteitspoeder (onder zeer hygiënische en scherp gecontroleerde omstandigheden) produceren. We gaan dus niet voor het grootschalige, 'low cost model'." Koopmans stelt dat je goed moet nadenken over je positie binnen het spel.
Ruimte voor nieuwe leden
De optimalisatie van de fabrieken heeft erin geresulteerd dat Milcobel 1,8 miljard liter melk kan verwerken (jaarbasis). Van deze melkplas komt 1,5 miljard liter bij de leden vandaan. Er is dan ook nog ruimte voor nieuwe ledenmelk. "Wij stellen niet de eis dat er weidegang wordt toegepast, maar er zijn wel een paar criteria waaraan voldaan moet worden. Zo kijken we naar de kwaliteitshistorie, duurzaamheid en het mogen zeker geen shoppers zijn (oftewel melkveehouders die komen en gaan). We hebben hier (net zoals in Nederland) ook te maken met oudere bedrijfshoofden. Potentiële stoppers zonder opvolger kunnen niet bij ons terecht."
Er stappen veel melkveehouders (wegens leeftijd) uit de sector, maar tegelijkertijd zijn de bedrijven van die melkveehouders groter geworden. De combinatie van een hogere productie per koe en uitbreidingen levert een netto-stijging van 4% per jaar op. De gemiddelde melkleverantie ligt ongeveer op 556.000 liter melk per bedrijf, per jaar. Dit was in 2016 en 2017 ongeveer 503.000 liter melk.
In België is de melkveehouderij minstens zo divers als in Nederland. "Je moet een balans te vinden in die heterogeniteit. Er is plaats voor iedereen, maar binnen het bedrijf heeft ook iedereen zijn plaats. Het is geen gemakkelijke opgave, maar je moet respecteren dat elk bedrijf zijn eigen geschiedenis, visie en plannen heeft. We respecteren dit en er is bewust voor gekozen om geen bijzondere melkprijzen te creëren. Het geld dat betaald wordt voor weidegang is alleen een vergoeding voor de kosten. Waarom zou heterogeniteit geen troef kunnen zijn als we samen alles netjes in elkaar kunnen passen?"
Meer kennis over de coöperatie
De betrokkenheid van de leden en draagvlak voor wat er gebeurt, zijn 2 zaken die als belangrijk worden beschouwd. De coöperatieve beslissingen en strategische keuzes gaan langs de leden, waarbij ervoor gezorgd wordt dat iedereen het begrijpt. Door deze gang van zaken neemt ook het kennisniveau over het bedrijf bij de leden toe.
"We gaan daar best ver in; zo krijgen jonge bestuursleden een cursus 'balans lezen'. Het maakt ze ook kritischer, maar dat gaan we niet uit de weg. Het draait erom dat we ze fier maken op het bedrijf. Ook leggen we de markten uit, en wat dat betekent voor de melkprijs in Europa en natuurlijk ook die van ons. Onze boeren willen en moeten dit begrijpen om op die manier ook hun toekomstplannen uit te werken."
Groeiende bedrijven en jongeren, daar is de coöperatie zuinig op. Zo werd recent besloten om de volumetoeslag om te zetten in een toeslag op vet en eiwit, maar er veranderde meer. "Zo kunnen jonge vennoten 2 jaar uitstel krijgen voor de opbouw van hun ledenkapitaal. Ook voor groeiers is er een gunstigere regeling, omdat die vaak in het begin veel kapitaal voor het eigen bedrijf nodig hebben."
Er wordt meer van melkveehouders gevraagd als gevolg van de vrije markt, maar ook vanuit de milieuhoek. "Naar mijn idee ligt de focus te veel op planet, terwijl het bij duurzaamheid gaat om 3 zaken: de 3 p’s (planet, people en profit). Het is onze taak om dit enerzijds goed uit te leggen en anderzijds om daar goed mee om te gaan. Het verplaatsen en doorschuiven van problemen is geen oplossing. Door bijvoorbeeld te sturen op CO2 (veebezetting) in Nieuw-Zeeland wordt het probleem naar een ander werelddeel verplaatst, want de behoefte naar voedsel en productie blijft."
Brussel en een cashplanning
De eisen die op melkveehouders afkomen, vallen samen met grote schommelingen in de melkprijs. Daarbij ziet Koopmans wel degelijk een rol voor Brussel. "Hoewel de interventieregeling voor magere melkpoeder in 2016 noodzakelijk was en een goede bodem in de markt kon leggen, heeft deze haar werk in 2017 niet goed gedaan: interventie opzetten als er een hoge melkwaarde in het poeder-boter-complex zit, is niet voor herhaling vatbaar!"
"Er blijft een Europese verantwoordelijkheid om klaar te staan voor onze landbouw, want je weet nooit wat er gaat komen. De Europese Unie is immers al voor veel zaken afhankelijk van andere landen, hetgeen de kwetsbaarheid kan verhogen. Het is niet goed om te ver te gaan in het liberale denken en marktcorrectie in geval van nood moet mogelijk blijven: een maximale voorraad enerzijds en slechts interventie toestaan bij slechte melkwaarde anderzijds."
De boer moet ook veel zelf doen. "Via cashplanning, maar ook door het aanleggen van een eigen buffer. Er gaan vette en minder vette jaren komen. Je ziet nu al 2 groepen. De 1 maakt een planning en de ander die alles ondergaat. Bij de coöperatie staat risicomanagement nog in de kinderschoenen en wordt eerst de kat uit de boom gekeken. De rol van de verwerker is vooral om de melkveehouder bewust te maken van de nieuwe omgeving waarin hij opereert."
De uitdagingen in de melkveehouderij zijn groot en blijven groot. Milcobel heeft intern de basis gelegd en in 2018 en 2019 gaat de coöperatie verder doorpakken op de ingezette strategie en moet deze zich bewijzen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.