De melkprijzen hebben in de eerste 2 maanden van 2018 al flinke stappen teruggezet. Toch is de stemming momenteel een stuk beter dan aan het begin van het jaar. Vooral de prijsrally in boter en room helpt. Toch zijn er nog een aantal hindernissen die de melkprijs moet nemen.
De prijs voor vrije rauwe melk neemt in week 8 in Nederland toe tot €26,50 per 100 kilo (bij 4,4% vet geleverd). Het is een plus van €1 ten opzichte van 1 week eerder. In Duitsland pakt de prijs in het noorden door naar €24 per 100 kilo, tegen een €25 in het zuiden van Duitsland. Het zijn plussen van €2.
Snellere stijging van roomprijs
Voor de beeldvorming: de Nederlandse prijs voor vrije melk nam procentueel met 3,9% toe. De roomprijs steeg daarentegen in 1 week tijd met 16,3% naar €6,05 per kilo af werk. Daarmee doet de plus in de prijs van vrije melk zuinig aan.
Dit is de eerste hindernis, want hoe zet je een eiwitprijs (die onder druk staat) en een prijsexplosie in vet om in een optimale melkprijs? In 2017 slaagden verwerkers daar goed in en kreeg de melkprijs de kans om op te lopen richting de €40. Daar zat wel een vertraging in en de melkprijs steeg veel minder dan de roomprijs.
Hier wordt het drukkende effect van eiwit zichtbaar en dat gaat de markt dit seizoen opnieuw plagen. Zo blijkt er 4.300 ton uit interventie verkocht te zijn, tegen prijzen van €1.100 tot €1.200 per ton. De ZuivelNL-notering stond op €135 per 100 kilo, een groot gat. De producten uit interventie zijn niet representatief, maar hebben wel degelijk een drukkend effect. Het is de reden waarom magere melk beneden peil scoort en ook magere melkconcentraat niet verder komt dan €775 per ton droge stof af fabriek.
Wat doet de melkaanvoer?
De tweede hindernis is de melkaanvoer, of nog concreter de verwachting van een hogere melkaanvoer. In Ierland en Engeland gaan de eerste koeien alweer naar buiten, waarmee de aftrap voor het nieuwe seizoen gegeven is. In Duitsland en Frankrijk pakken de plussen weer iets lager uit, maar bevinden die zich nog boven de 3%.
In Nederland zakken de slachtcijfers ook terug, in combinatie met de vraag naar vaarzen, is het een teken dat de aanvoer niet direct gaat dalen. Eind april wordt duidelijk wat er nu van de verwachtingen is waargemaakt en dan kan de markt eindelijk zijn koers bepalen. Valt het mee of zijn de extra liters dodelijk voor de rest van het jaar.
Dure euro lastig voor export
Dan is er nog een hindernis in de vorm van de euro. De laatste dagen staat de munt rond op hoog niveau. Het vormt een uitdaging voor de zuivelexport, in combinatie met de oplopende prijzen. Als het over magere melkpoeder gaat, bevindt Nederland zich in de middenmoot.
Echter, maar qua boterprijs begint de Europese Unie uit de pas te lopen. Arla gaf al aan dat de valutakoersen waarschijnlijk negatief gaan uitpakken voor de omzet. Ook bij FrieslandCampina is het een punt van aandacht en daarmee wel degelijk een hindernis voor hogere melkprijzen.
Global Dairy Trade
Een laatste uitdaging is de Global Dairy Trade (GDT). Nog steeds een belangrijke stemmingmaker, ondanks dat het qua volume geen dealbreaker is. Minder melk in Nieuw-Zeeland helpen de prijzen omhoog. De vraag is nu of de veiling zijn spierballen al heeft laten zien, of dat prijzen nog verder kunnen aantrekken.
Op de Europese termijnmarkt voor boter blijkt de €5.000 per ton voor nu het breekpunt. Er zijn nieuwe impulsen nodig om de prijs weer de wind in de zeilen te geven; iets wat de volgende GDT mogelijk kan bewerkstelligen.
Geen verloren strijd
Kortom: een hogere melkprijs is nog geen verloren strijd. Er is nog van alles mogelijk en zelfs een herhaling van 2017 is zo vroeg in het seizoen nog niet uitgesloten. Echter, het feit dat de uitdagingen groot zijn, en de kans op lagere prijzen veel groter is, wordt door deze 4 hindernissen onderstreept.