Een groot deel van de melkveehouders heeft een jarenlange relatie met hun mengvoerleverancier en koestert deze. Het zelf mengen van voergrondstoffen is echter een trend in opkomst. Hoe werkt zelf mengen in praktijk?
Van oudsher zijn melkveehouders trouw aan hun mengvoerleverancier. De voerfabrikant levert meer dan alleen een standaardbrokje. Kennis, voorlichting en begeleiding zijn belangrijk. De voerprijs bij een mengvoerfabrikant is echter vaak een gegeven. Om meer grip te krijgen op de voerkosten, stappen steeds meer melkveehouders over op zelf mengen.
Trend in opkomst
Het zelf mengen van voergrondstoffen is een trend in opkomst. Niet alleen in de melkveehouderij, maar ook in de pluimvee- en varkenshouderij. Vaak wordt zelf mengen gedaan om te kunnen sturen op de kwaliteit en de kostprijs. Voer is immers een belangrijke kostenpost en bepalend voor de liters en de vet- en eiwitgehaltes.
Binnen zelf mengen kan onderscheid worden gemaakt tussen totaal gemengd rantsoen (TMR) en een gedeeltelijk gemengd rantsoen (PMR). Met een PMR-systeem wordt krachtvoer apart bijgevoerd. Bedrijven met een melkrobot gebruiken dit systeem, omdat krachtvoer nodig is als lokvoer. "Een melkrobot is de redding van de mengvoerindustrie", wordt daarom weleens gezegd.
De baten
Een groot voordeel is dat melkveehouders het rantsoen kunnen afstemmen naar eigen behoeften. Dit vergt kennis over alle aspecten van de voedingsleer: van grondstofsamenstelling tot marktprijzen. Zelfmengers hebben meer invloed op de voerprijs. Het grootste voordeel is te halen met de inkoop van grondstoffen. Daarbij kan de afweging worden gemaakt tussen inkoop op dagprijzen of voorkoop.
Wanneer de ideale samenstelling is samengesteld, dient het rantsoen mee te bewegen met de fluctuerende grondstofprijzen; anders kan de samenstelling ongunstig gaan rekenen. Ook het jaargetij kan om een andere voersamenstelling vragen.
Wanneer kan het uit?
Aan de voordelen van het zelf mengen kleeft ook een kostenplaatje: de aanschaf van bijvoorbeeld een voermengwagen. Ook de infrastructuur op een bedrijf is bepalend. In een ideaal scenario wordt de voerkeuken geïmplementeerd bij nieuwbouw. Noodzakelijk is dit echter niet.
Belangrijk is dat er voldoende opslagruimte is voor de (natte) grondstoffen. Volgens Berg Fourage uit Doornspijk, leverancier van losse grondstoffen, bepaalt de grootte van de opslagruimte het inkoopvoordeel. Een randvoorwaarde is dat een leverancier volle vrachten kan leveren.
Te grote voorraden kunnen de flexibiliteit van het rantsoen beperken. Ook ligt dan het gevaar van schimmelbesmetting op de loer. Met betonnen keerwanden en een overkapping kan eenvoudig een opslagruimte worden gecreëerd.
Flinke investering
In de praktijk kan gekozen worden tussen een geautomatiseerde en een getrokken voermengwagen. De investeringskosten tussen beide systemen variëren sterk. Zowel lease als koop zijn financieringsmogelijkheden. Lease is aantrekkelijk, omdat dan geen onderpand nodig is.
In de praktijk blijkt dat sommige melkveehouders leergeld betalen. Bij het mengen kunnen zowel menselijke als technische fouten worden gemaakt. Bij een verkeerde voersamenstelling kan het risico niet worden verhaald op de voerleverancier. Een melkveehouder is immers zelf verantwoordelijk.
De ontwikkelingen in de melkveehouderij gaan bepalen in hoeverre zelf mengen wordt doorgevoerd. Door het onzekere fosfaatdossier heeft de ontwikkeling op veel melkveebedrijven stilgestaan. Als de onzekerheid ten einde is en de schaalvergroting doorzet, neemt het aantal zelfmengers waarschijnlijk toe.
Dit artikel is een ingekorte versie van het onlangs verschenen artikel over zelf mengen in 'Zuivelmarkt De Analyse 2017'. Klik hier om het magazine alsnog te ontvangen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.