Dat de brexit voor economische schade binnen de Nederlandse melkveesector zorgt, daar is vriend en vijand het wel over eens. De grootte van de impact, die de indirecte schade met zich meebrengt, is echter nog zeer ongewis.
Groot-Brittannië is een netto-importeur van zuivelproducten. In 2015 werd 77% van alle geconsumeerde zuivel in eigen land geproduceerd. De rest wordt geïmporteerd. Van die import nemen de Ieren circa een derde voor hun rekening. Nederland exporteerde vorig jaar voor €250 miljoen aan zuivel naar de Britten. Dat is iets meer dan 2% van de totale exportwaarde aan zuivel uit ons land.
Export in gevaar?
De export van fok- en gebruiksvee lag de laatste jaren tussen de 2.000 en 4.000 stuks. Dat is sterk afhankelijk van vraag en aanbod en alternatieven in de markt. In hoeverre de brexit daar een negatieve invloed op heeft, is dan ook behoorlijk moeilijk te zeggen. Wel helpen kostenverhogende maatregelen er vast en zeker niet bij.
Bij stijgende kosten, door de brexit, komt de export van zuivel en fokvee waarschijnlijk onder druk te staan. Douane-stops en extra regels rondom veterinaire afspraken leiden volgens berekeningen al snel tot 8% meer kosten. Daarbij komt het tijdsverlies, dat een breuk in vrijhandelsverkeer met zich meebrengt.
Britse landbouworganisaties pleiten zelf inmiddels al langere tijd voor het invoeren van vrijhandelsverdragen met EU-landen. Waar wij te vrezen hebben voor verlies van inkomsten uit export, speelt dat voor de Britten zelf natuurlijk nog veel sterker. De ondernemers in Groot-Brittannië verliezen hun recht op GLB-inkomsten. Dit vormt volgens berekeningen van de Rabobank gemiddeld 7% van het inkomen op Britse melkveebedrijven. De regering aldaar zei eerder toe dit verlies te compenseren, maar de vraag is voor hoe veel jaren zij die belofte na kan en wil komen.
Hoogte importheffingen van belang
Voor de Nederlandse melkveesector kunnen importheffingen ook voor fors hogere kostenpost zorgen. Gemiddeld is het importtarief op zuivelproducten binnen de World Trade Organisation (WTO) 40%. Niemand binnen de Britse zuivelwereld en in Brussel gelooft dat de tarieven door het VK zo hoog worden gezet, maar gezien de huidige waarde van de Nederlandse export van €250 miljoen, bedraagt bij een heffing van 20%, de schade nog €50 miljoen per jaar. Daar komt nog de waardedaling van de Britse pond bij. Die zorgt voor minder koopkracht bij de Britten voor producten van buitenaf.
Hoe groot de problemen en de schades echt worden, wordt pas duidelijk aan het eind van oktober. Dan wordt de brexit in de Europese Raad behandeld. Voor die tijd is weinig duidelijkheid te verwachten, stelt Klaas Johan Osinga die namens LTO de ontwikkelingen vanuit Brussel volgt. "Van Duitsland was wel stevige taal te verwachten, maar Merkel houdt zich tot de Duitse verkiezingen op 24 september waarschijnlijk wel koest rond dit thema", meent hij.
Osinga stelt dat bij het doorgaan van de brexit, een 'softe' invoering van groot belang is voor de sector. Dat betekent concreet een overgangstermijn van enkele jaren, waarin geldende afspraken overvloeien in nieuwe overeenkomsten.
Bij een harde brexit worden de gevolgen pas echt voelbaar. De zuivelindustrie zal er direct en indirect last van hebben. Direct door de hogere kosten en indirect doordat de zuivel, die nu vanuit verschillende landen naar de Britten gaat, dan gedeeltelijk als extra aanbod op de wereldmarkt komt. Dat heeft naar alle verwachting een negatief effect heeft op de prijsvorming.